ECLI:NL:RBDHA:2016:6471

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 februari 2016
Publicatiedatum
10 juni 2016
Zaaknummer
C-09-504865-KG ZA 16-141
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging samenwerkingsovereenkomst en vorderingen in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Traffic IT Services B.V. (eiseres) en Tenuki B.V. en Goudappel Coffeng B.V. (gedaagden). Eiseres was het niet eens met de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst door gedaagden en vorderde onder andere dat gedaagden alle lopende en komende opdrachten aan haar zouden doorsturen en inzage zouden geven in opdrachten die zonder haar zijn uitgevoerd.

De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een samenwerkingsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kon worden beëindigd. De voorzieningenrechter stelde vast dat de verhoudingen tussen partijen niet schriftelijk waren vastgelegd en dat de beëindiging door Tenuki van de samenwerkingsovereenkomst niet kon worden tegengehouden. De rechtbank ging voorbij aan het verweer van gedaagden dat er geen overeenkomst tussen Traffic ITS en Goudappel bestond, omdat dit een inhoudelijke beoordeling vereiste.

Uiteindelijk werd het gevorderde door Traffic ITS afgewezen, en werd zij veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de grondslag aan de vorderingen van Traffic ITS was komen te vervallen, omdat niet was aangetoond dat er een samenwerkingsovereenkomst was die niet tussentijds kon worden beëindigd. De uitspraak benadrukt het belang van schriftelijke overeenkomsten en de noodzaak om de voorwaarden van samenwerking duidelijk vast te leggen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/504865 / KG ZA 16/141
Vonnis in kort geding van 25 februari 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Traffic IT Services B.V.,
gevestigd te Delft,
eiseres,
advocaat mr. N.P.O. Ruysch te Delft,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Tenuki B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Goudappel Coffeng B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Deventer,
gedaagden,
beiden in persoon verschenen.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Traffic ITS’, ‘Tenuki’ en ‘Goudappel’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de door Tenuki overgelegde producties;
- de op 15 februari 2016 gehouden mondelinge behandeling, waarbij zowel Tenuki als Goudappel zich hebben laten bijstaan door mr. drs. H. van der Perk, die namens hen het woord heeft gevoerd. Door zowel Traffic ITS als mr. Van der Perk zijn pleitnotities overgelegd.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
In 2014 heeft Rijkswaterstaat een niet openbare Europese aanbesteding gehouden voor de opdracht betreffende het inrichten en uitvoeren van het ICT gedeelte van het verkeerskundig configuratiebeheer van de droge DVM-applicaties in de verkeersinformatieketen (hierna: de opdracht). Onderdeel van de opdracht was het verkeerskundig configuratiebeheer van elf DVM-applicaties. Doel van deze aanbesteding was (volgens het beschrijvend document) te komen tot een overeenkomst met één partij betreffende Verkeerskundig Configuratiebeheer (hierna: VeCoBe), aangegaan voor een periode van drie jaar, met vier optionele verlengingsmogelijkheden van een jaar.
2.2.
Goudappel en Tenuki hebben zich als Combinatie (hierna: de Combinatie) gemeld als gegadigde voor de opdracht en de Combinatie is vervolgens in de eerste ronde van de aanbesteding geselecteerd om in te schrijven. In haar inschrijving heeft zij gemeld dat zij ten behoeve van de applicaties CDMS en CVMS beschikt over de kennis en ervaring van Traffic ITS in de persoon van [A] (hierna: [A] ). De opdracht is medio 2014 door Rijkswaterstaat gegund aan de Combinatie en die partijen hebben met elkaar een overeenkomst gesloten zoals bedoeld in 2.1 (hierna: de overeenkomst tussen Rijkswaterstaat en de Combinatie).
2.3.
In de daarop volgende transitieperiode is [A] betrokken bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de applicaties CDMS en CVMS. Deze periode is met goed gevolg afgerond, waarna Rijkswaterstaat en de Combinatie uitvoering zijn gaan geven aan de door hen gesloten overeenkomst. Daarbij zijn de werkzaamheden aan de applicaties CDMS en CVMS verricht door Traffic ITS op grond van afspraken die niet nader schriftelijk zijn vastgelegd.
2.4.
Bij brief van 4 december 2015 heeft Tenuki aan Traffic ITS/ [A] bericht, samengevat, dat i) zij de samenwerking in het kader van VeCoBe per 1 januari 2016 zal beëindigen, ii) zij er bij herhaling op heeft gewezen dat Traffic ITS tekort schiet in de uitvoering van haar projecten, waarin geen verbetering te zien is, iii) de relatie inmiddels zeer is verstoord en zij geen mogelijkheid ziet om de samenwerking op constructieve wijze voort te zetten, iv) Traffic ITS de mogelijkheid wordt geboden om de projecten waarvan de werkzaamheden al aan haar zijn gegund vóór 21 december 2015 af te ronden, waarbij het bedrag van de eindafrekening wordt vermeld, met het verzoek aan Traffic ITS om te bevestigen dat zij voor afronding van deze projecten zorg zal dragen.
2.5.
Traffic ITS heeft Tenuki en Goudappel een samenwerkingsovereenkomst versie 26 januari 2016 verstrekt (hierna: de door Traffic ITS opgestelde samenwerkingsovereenkomst). Deze is door Tenuki en Goudappel niet ondertekend.

3.Het geschil

3.1.
Traffic ITS vordert – zakelijk weergegeven – Tenuki en Goudappel te gebieden:
1. binnen twee dagen na betekening van dit vonnis alle lopende en komende opdrachten CDMS en CVMS door te sturen aan Traffic ITS ter uitvoering door haar;
2. binnen een week na betekening van dit vonnis aan Traffic ITS inzage te geven in de door of namens Tenuki en Goudappel inmiddels met uitsluiting van Traffic ITS uitgevoerde en gestarte opdrachten CDMS en CVMS;
3. binnen een week na dit vonnis medewerking te verlenen aan het plannen van een afspraak met de contractmanager van Rijkswaterstaat om het gesprek over het kwaliteitsprotocol te plannen;
4. binnen twee dagen na dit vonnis de door Traffic ITS opgestelde samenwerkingsovereenkomst te tekenen;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Tenuki en Goudappel in de proceskosten.
3.2.
Daartoe voert Traffic ITS – samengevat – het volgende aan. Tussen partijen is sprake van een samenwerkingsovereenkomst, die heeft geleid tot gunning van de opdracht. De verhoudingen tussen partijen zijn niet apart schriftelijk vastgelegd, maar deze volgen uit de aanbestedingsstukken. Gelet daarop kan de beëindiging door Tenuki van de samenwerkingsovereenkomst geen stand houden. Deze is immers aangegaan voor een looptijd van drie jaar (met optiejaren) en er is geen sprake van een zwaarwegende grond voor tussentijdse beëindiging. Van enig tekortschieten door Traffic ITS is geen sprake. Traffic ITS heeft haar werkzaamheden naar behoren uitgevoerd en de opdrachtgever is ook tevreden daarover. Evenmin is sprake van een ernstig verstoorde relatie. Tenuki en Goudappel dienen dan ook uitvoering te blijven geven aan de samenwerkingsovereenkomst. Verder hebben partijen enige tijd geleden met elkaar gesproken over een aanpassing van het kwaliteitsprotocol, alsmede over verdere vastlegging van de onderlinge afspraken. Bij gebreke van enige daaropvolgende actie van de zijde van Tenuki en Goudappel heeft Traffic ITS een – concept – samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Daarop heeft zij nog geen reactie ontvangen.
3.3.
Tenuki en Goudappel voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat hij voorbij gaat aan het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van Traffic ITS in haar vorderingen jegens Goudappel. Aan dit verweer ligt ten grondslag de stelling dat van een overeenkomst tussen Traffic ITS en Goudappel geen sprake is. Of dit verweer kan worden gevolgd, vergt echter een inhoudelijke beoordeling, nu Traffic ITS stelt dat er sprake is van een samenwerkingsovereenkomst tussen alle partijen. Traffic ITS wordt derhalve ontvangen in haar vorderingen.
4.2.
Tenuki en Goudappel hebben gemotiveerd betwist dat er sprake is van een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen voor bepaalde tijd, zoals Traffic ITS ten grondslag heeft gelegd aan al haar vorderingen. Zij stellen dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht tussen Tenuki als opdrachtgever en Traffic ITS als opdrachtnemer. Voorts betwisten zij dat er geen sprake was van gegronde redenen voor de opzegging. Dat doet volgens hen echter niet ter zake, nu de door hen gesloten overeenkomst van opdracht te allen tijde door de opdrachtgever kan worden opgezegd, hetgeen hier ook – met inachtneming van een redelijke termijn – is geschied.
4.3.
Gelet op het vorenstaande lag het op de weg van Traffic ITS om minst genomen aannemelijk te maken dat sprake is van een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen voor bepaalde tijd, die niet tussentijds kan worden beëindigd, maar daar is zij niet in geslaagd. Zij beroept zich hiertoe met name op de (afspraken als vermeld in de) overeenkomst tussen Rijkswaterstaat en de Combinatie, waarin volgens haar (ook) de afspraken tussen partijen vastliggen. Dit is door Tenuki en Goudappel echter gemotiveerd betwist en de voorzieningenrechter ziet daarvoor geen dan wel onvoldoende aanknopingspunten. Het betreft immers een overeenkomst tussen de Combinatie en Rijkswaterstaat en nergens uit blijkt dat partijen die afspraken ook op hun onderlinge relatie van toepassing hebben verklaard of dat partijen onderling dezelfde afspraken hebben gemaakt. De betrokkenheid van Traffic ITS bij de totstandkoming van enkele inschrijvingsdocumenten van de Combinatie en de omstandigheid dat zij in deze stukken is gepresenteerd als degene die de kennis en ervaring inbrengt voor de applicaties CDMS en CVMS, acht de voorzieningenrechter in dit kader niet redengevend. Een dergelijke handelwijze is immers ook niet ongebruikelijk in een situatie waarbij een inschrijver een derde partij inhuurt als onderaannemer voor een deel van de werkzaamheden, waarvan volgens Tenuki en Goudappel in dit geval sprake is. Voor die onderaannemer gelden dan richting de inschrijver niet zonder meer dezelfde afspraken als tussen de inschrijver en de opdrachtgever, tenzij zij dat zijn overeengekomen. Dat dat hier het geval is, heeft Traffic ITS echter niet aannemelijk weten te maken.
4.4.
Hier komt nog bij dat de door Tenuki overgelegde e-mailberichten tussen haar en Traffic ITS wijzen op de juistheid van het door Tenuki en Goudappel ingenomen standpunt dat sprake is van een overeenkomst van opdracht. In die berichten wordt immers melding wordt gemaakt van door Tenuki aan [A] te verlenen opdrachten voor het uitvoeren door Traffic ITS van werkzaamheden, van voorstellen van [A] aan Tenuki voor wat betreft prijsstellingen en van het accepteren door Tenuki van door [A] gedane prijsstellingen. Dat deze prijsstellingen op voorhand grotendeels vastliggen vanwege door Rijkswaterstaat vastgestelde “menukaarten” doet daar niet aan af. Tenuki en Goudappel hebben voorts onweersproken gesteld dat Traffic ITS bij Tenuki factureert voor de door haar uitgevoerde werkzaamheden.
4.5.
De voorzieningenrechter kan voorshands dan ook niet uitgaan van de juistheid van de stelling van Traffic ITS dat partijen een samenwerkingsovereenkomst met elkaar hebben gesloten met een looptijd van drie jaar, die niet tussentijds kan worden beëindigd. Daarmee is de grondslag aan al haar vorderingen komen te vervallen, zodat deze niet voor toewijzing vatbaar zijn.
4.6.
De stellingen van partijen over en weer over het al dan niet tekort schieten van Traffic ITS en over de vraag of de verhouding tussen partijen zodanig is verstoord dat samenwerking niet meer mogelijk is, kunnen gelet op het vorenstaande onbesproken blijven. Ditzelfde geldt voor de overige verweren van Tenuki en Goudappel.
4.7.
Traffic ITS zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. De voorzieningenrechter zal in totaal een bedrag van € 816,- hanteren als salaris voor de gezamenlijke rechtsbijstandsverlener van Tenuki en Goudappel, te verdelen als na te melden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Traffic ITS in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van zowel Tenuki als Goudappel Coffeng begroot op € 1.027,--, waarvan € 408,-- aan salaris rechtsbijstandsverlener en € 619,-- aan griffierecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2016.
ts