Uitspraak
Rechtbank DEN Haag
[eiser] , te [woonplaats] , verzoeker, tevens eiser
Procesverloop
Overwegingen
5.5 Het beroep is daarom ongegrond.
Rechtbank Den Haag
Op 25 mei 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F. Güner, een voorlopige voorziening vroeg tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar tegen een schriftelijk stuk van de gemeente Leidschendam-Voorburg, getiteld "Besluit en afspraken jeugdbeschermingstafel". Dit stuk, dat op 24 november 2015 was opgesteld, bevatte afspraken over de hulpverlening aan de dochter van verzoeker, maar werd door de gemeente niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beschouwd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het schriftelijk stuk geen rechtsgevolg had en derhalve niet als besluit kon worden aangemerkt. Hierdoor was het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening ongegrond was, omdat het schriftelijk stuk niet voldeed aan de criteria van een besluit zoals gedefinieerd in artikel 1:3 van de Awb. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaarde het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.