ECLI:NL:RBDHA:2016:5940
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- R. Elkerbout
- A.P. Pereira Horta
- D.A.C. Koster
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs in zaak van straatroof
In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van een straatroof gepleegd op 11 juni 2014 in Pijnacker, heeft de rechtbank Den Haag op 29 april 2016 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1994, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.C. Bakker-Havinga. Tijdens de zittingen op 19 mei 2015, 7 juli 2015 en 22 april 2016 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie, mr. D. Kortekaas, heeft gepleit voor vrijspraak van de verdachte.
De tenlastelegging omvatte het wegnemen van een mes en/of een bril van het slachtoffer, waarbij geweld en bedreiging met geweld zouden zijn gebruikt. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Na het horen van de raadsvrouw en de officier van justitie, heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging.
De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Den Haag, met mr. R. Elkerbout als voorzitter, en mr. A.P. Pereira Horta en mr. D.A.C. Koster als rechters. Het vonnis werd uitgesproken in het openbaar op 29 april 2016, waarbij mr. Pereira Horta niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.