In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, vorderde de Gemeente Zuidplas dat de rechtbank zou verklaren dat zij eigenaar is van een perceel grond, kadastraal bekend als sectie D nr. 2301, en dat de gedaagde, die een strook grond van dit perceel in gebruik had, deze moest ontruimen. De gedaagde voerde aan dat hij de eigendom van de strook grond had verkregen door extinctieve verjaring, aangezien hij deze al sinds 1975 in bezit had. De rechtbank onderzocht de feiten en oordeelde dat de gedaagde de strook grond in 1976 in bezit had genomen en dat de verjaringstermijn sindsdien was gaan lopen. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde op 1 januari 1997 de eigendom van de strook grond had verkregen, omdat hij deze onafgebroken had gebruikt en onderhouden. De vorderingen van de Gemeente werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 25 mei 2016.