Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 maart 2015, met acht producties,
- het vonnis in het incident van 26 augustus 2015, met de daarin genoemde stukken, waarin [gedaagde] is toegestaan om Café Restaurant de Landbouw B.V. in vrijwaring te doen dagvaarden,
- de conclusie van antwoord, met zeven producties,
- het tussenvonnis van 21 oktober 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 29 maart 2016 en de daarin genoemde akte overleggen producties (met een productie) van de zijde van de curator en het uittreksel basisregistratie personen met historische adresgegevens van de zijde van [gedaagde] .
2.De feiten
het verrichten van financieringsactiviteiten ten behoeve van groepsvennootschappen, alsmede holding- en financieringsactiviteiten.
Artikel 1
Artikel 3. Koopprijs, immateriële schadevergoeding en betaling
9. Partijen constateren dat alle voorwaarden van de koopovereenkomst zijn uitgewerkt en sluiten ieder recht uit om ontbinding of vernietiging te vorderen van deze levering of de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten.”
6. Banka heeft in eerste aanleg gesteld dat zij als gevolg van de indertijd namens [B.V. 1] gelegde conservatoire beslagen onder derden (debiteuren) de kans loopt schade te lijden, waarvoor zij [B.V. 1] verantwoordelijk houdt. In reconventie heeft zij op die grond schadevergoeding, op te maken bij staat, gevorderd. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Nu [B.V. 1] haar oorspronkelijke vordering niet meer handhaaft, zal het hof het ervoor houden dat de onder derden (debiteuren) gelegde beslagen geen deugdelijke grondslag hadden en dat [B.V. 1] de mogelijk daardoor aan Banka opgekomen schade voor haar rekening dient te nemen. Het hof zal de vordering in reconventie dan ook alsnog toewijzen.”
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
wijst de vorderingen van [B.V. 1] af;
veroordeelt [B.V. 1] in de schade, door Banka geleden als gevolg van de onder debiteuren van Banka gelegde beslagen, welke schade dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet;
veroordeelt [B.V. 1] in de kosten van het geding in beide instanties, aan de zijde van Banka tot deze uitspraak begroot op:
wijst het meer of anders gevorderde af.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Verjaring
van de zijde van de gerechtigde”, die in de vereiste vorm geschiedt. In de Memorie van Antwoord II, Parl. Gesch. BW Boek 3, p. 934, is in dit verband opgemerkt: “
Voorts zijn in het eerste lid ingevoegd de woorden “van de zijde van de gerechtigde”. Dit brengt tot uitdrukking dat de verjaring niet alleen door een handeling als in dit artikel bedoeld van de gerechtigde zelf, maar ook door een zodanige handeling van een ander aan diens zijde kan worden gestuit. Men denke b.v. aan een conservatoir derdenbeslag door een schuldeiser van de crediteur, dat dus ook in de verhouding tussen crediteur en debiteur stuitende werking heeft.”