1.4Op 1 juli 2014 is de tussentijdse beoordeling over de periode 1 januari 2014 tot 21 mei 2014 opgesteld. In die beoordeling is bij I Werkresultaten eindoordeel M (matig, scores waren 2x matig, 1x slecht, 2x normaal) gegeven en bij II Ontwikkeling competenties eindoordeel M (matig, scores waren 2x matig, 1x slecht). Samenvattend oordeel M. Vermeld is dat het verbetertraject liep van 21 november 2013 tot 21 mei 2014.
Bij besluit van 13 februari 2015 is deze tussentijdse beoordeling vastgesteld.
Eiseres heeft bij brief van 18 maart 2015 bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Op 8 juni 2015 heeft de bezwarencommissie verweerder van advies gediend.
Bij besluit van 1 juli 2015 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft bij brief van 3 juli 2015 beroep ingesteld tegen dit besluit.
2 Eiseres heeft het bestreden besluit gemotiveerd betwist.
3 Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
4 In artikel 4 van de Regeling jaargesprekken 2005 (hierna: de Regeling, Provinciaal blad 9 d.d. 10 februari 2005) - voor zover hier van belang - is bepaald:
“9. De leidinggevende of de door Gedeputeerde Staten aangewezen ambtenaar, zoals bedoeld in het eerste lid, ondertekent het formulier beoordelingsgesprek voor akkoord. De ambtenaar ondertekent het formulier beoordelingsgesprek voor gezien. Indien de ambtenaar het niet eens is met de beoordeling, kan hij binnen twee weken de geschilpunten op het formulier beoordelingsgesprek vermelden.
10. Gedeputeerde Staten stellen de beoordeling vast binnen vier weken nadat zij is uitgebracht. De ambtenaar wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.
11. Indien de ambtenaar weigert deel te nemen aan het evaluatie- en beoordelingsgesprek of daaraan niet kan deelnemen terwijl uitstel naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet verantwoord is, kunnen zij besluiten de beoordeling buiten aanwezigheid van de ambtenaar uit te brengen. De ambtenaar wordt hiervan ten minste zeven dagen van tevoren schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.”
5 Naar aanleiding van het standpunt van eiseres dat verweerder ten onrechte heeft
overwogen dat geen sprake was van inhoudelijke bedenkingen tegen de tussentijdse beoordeling, overweegt de rechtbank als volgt.