Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 maart 2016 in de zaak tussen:
Procesverloop
Bij het besluit is eiser verplicht om met ingang van 22 januari 2015 te verblijven in de gemeente Vlagtwedde.
23 december 2015 om opheffing van de vrijheidsbeperkende maatregel afgewezen.
25 januari 2016, 27 januari 2016, 29 januari 2016 en 1 februari 2016.
Bij faxbericht van 2 februari 2016, 10:40 uur, heeft eiser op voorhand de pleitaantekeningen ingezonden.
Eiser is niet in persoon verschenen, doch bij gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
Evenmin is in geschil dat op eiser de plicht rust om Nederland uit eigen beweging te verlaten.
Reeds daarom kan eisers stelling dat in zijn geval geen sprake is van weigering mee te werken aan vertrek, niet leiden tot het door hem in het kader van de onderhavige procedure gewenste resultaat.
(de gemachtigde van) eiser, in het kader van de onderhavige procedure in het bezit te stellen van “het volledige terugkeerdossier”.
Deze verwijzingen leiden de rechtbank niet tot een ander oordeel. De rechtbank heeft hierbij gelet op onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 26 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3415 en de uitspraak van de ABRvS van 15 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:4001.