ECLI:NL:RBDHA:2016:2379
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Pakistaanse christen op grond van kennelijk ongegrond verklaarde verklaringen en de kwetsbare positie van christenen in Pakistan
Op 7 maart 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Pakistaanse asielzoeker die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. Eiser, geboren in 1976, heeft verklaard dat hij in Pakistan werd bedreigd door mannen van islamitische geloofsovertuiging vanwege zijn evangeliserende activiteiten. Hij heeft aangegeven dat zijn vader is mishandeld en later is overleden aan zijn verwondingen, wat hem heeft doen besluiten om naar Nederland te komen. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de aanvraag echter afgewezen, met de motivering dat de verklaringen van eiser over zijn identiteit, nationaliteit en religie geloofwaardig zijn, maar dat zijn relaas over de problemen die hij heeft ondervonden ongeloofwaardig is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de situatie voor christenen in Pakistan niet zodanig is dat elke christen automatisch als vluchteling kan worden aangemerkt. Eiser heeft niet voldoende individuele feiten en omstandigheden kunnen aanvoeren die zijn vrees voor vervolging aannemelijk maken. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.