Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
PILOXING LLC,
PILOXING ACADEMY LLC,
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 februari 2015, met producties 1 tot en met 8;
- de incidentele conclusie tot zekerheidstelling voor proceskosten, tevens houdende conclusie van antwoord in conventie en voorwaardelijke eis in reconventie in de hoofdzaak van de zijde van CCC, met producties 1 tot en met 8;
- de conclusie van antwoord in het incident met productie 9;
- het incidenteel vonnis van 23 september 2015;
- het tussenvonnis van 28 oktober 2015 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 januari 2016 en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
clothingen
exercise equipment. Dit merk en het in 2.2 beschreven merk van Piloxing LLC worden hierna samen ‘de Piloxing merken’ genoemd.
Letter of Intenttoegezonden. In juni 2014 heeft Piloxing de onderhandelingen afgebroken.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
constitutum possessoriumheeft plaatsgevonden op de voet van de artikelen 3:90 jo. 3:115 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit is ook in overeenstemming met het feit dat Piloxing en Piloxing B.V. in onderdeel vijf van de schikkingsovereenkomst hebben bepaald dat ‘
fysieke levering’ van de Voorraad aan Piloxing in overleg zou plaatsvinden. De rechtbank begrijpt de woorden ‘
fysieke levering’ in die bepaling, in het licht van de gehele schikkingsovereenkomst en het feit dat de samenwerking en licentie werden beëindigd, als een afspraak dat de Voorraad, waarvan de eigendom onmiddellijk aan Piloxing was overgegaan, in overleg aan Piloxing zou worden afgegeven en niet als een levering in juridische zin. Met andere woorden: de Voorraad is aldoor onder de (indirecte) controle van de merkhouder gebleven en de economische waarde van de Piloxing merken is niet door Piloxing gerealiseerd.