In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2016 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij de belanghebbende, een beherend vennoot in een Duitse Kommanditgesellschaft (commanditaire vennootschap), in geschil was over de kwalificatie van zijn inkomsten. De rechtbank moest beoordelen of de belanghebbende zijn inkomsten uit de Kommanditgesellschaft (CV I) had genoten als medegerechtigde volgens artikel 3.3 van de Wet IB 2001 of als ondernemer volgens artikel 3.4 van dezelfde wet. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet als ondernemer kon worden aangemerkt, omdat niet was voldaan aan de eis dat er 'een onderneming voor zijn rekening en risico wordt gedreven'. De rechtbank concludeerde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat hij beheersdaden had verricht voor de onderliggende CV's of dat hij direct aansprakelijk was tegenover de crediteuren van die CV's. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat de belanghebbende, als 'persönlich haftende Gesellschafter', verbonden was voor de verbintenissen van de Kommanditgesellschaft, maar dat dit niet betekende dat hij ook als ondernemer kon worden aangemerkt. De rechtbank stelde vast dat de belanghebbende niet had aangetoond dat hij daadwerkelijk een onderneming dreef en dat zijn rol als beherend vennoot niet voldeed aan de vereisten van de Wet IB 2001. De rechtbank verwierp ook het subsidiaire standpunt van de belanghebbende dat zijn inkomsten uit de Kommanditgesellschaft niet als winst uit onderneming konden worden belast, omdat zijn deelgerechtigheid moest worden aangemerkt als een bezitting voor de rendementsgrondslag.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om aan te tonen dat zij voldoen aan de vereisten om als ondernemer te worden aangemerkt, vooral in complexe structuren zoals commanditaire vennootschappen. De rechtbank vond geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten en stelde dat partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep konden instellen bij het gerechtshof Den Haag.