In deze zaak heeft de besloten vennootschap Maasdam Groep B.V. een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Den Haag naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure voor het leveren en leggen van vloerbedekking in gemeentelijke kantoorpanden. De Gemeente had op 26 juni 2015 een Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd, waarbij de inschrijvingen beoordeeld zouden worden op kwaliteit en prijs. Maasdam heeft op 22 september 2015 ingeschreven, maar haar inschrijving werd niet geselecteerd. De Gemeente heeft de gunningsbeslissing op 30 oktober 2015 aan Maasdam medegedeeld, waarbij zij als vierde eindigde. Maasdam betwist de motivering van de Gemeente en stelt dat de gunningsbeslissing niet deugdelijk is gemotiveerd, met name ten aanzien van de percentages hergebruik die in haar inschrijving zijn vermeld. Tijdens de zitting heeft Maasdam betoogd dat de Gemeente onvoldoende inzicht heeft gegeven in de beoordeling van haar inschrijving en dat de toegepaste wegingspercentages onjuist zijn. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Gemeente haar gunningsbeslissing voldoende heeft gemotiveerd en dat de vordering van Maasdam moet worden afgewezen. De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat Maasdam de proceskosten moet vergoeden.