ECLI:NL:RBDHA:2016:17256
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering bemiddelingsverzoek DT&V in het kader van buiten schuld; geen besluit en evenmin een daarmee gelijkgestelde handeling ex art. 72 (3) Vw; niet-ontvankelijk omdat tegen niet uitbrengen advies DT&V een adequate rechtsgang openstaat
In deze zaak heeft eiser op 8 juli 2015 een verzoek ingediend bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) voor bemiddeling bij het verkrijgen van (vervangende) reisdocumenten bij de diplomatieke vertegenwoordiging van Georgië, ten behoeve van zijn terugkeer. Eiser heeft verweerder op 14 juni 2016 in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een advies dat zou bevestigen dat aan de voorwaarden van het buitenschuld-beleid van de IND is voldaan. Op 15 juni 2016 heeft eiser een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, omdat hij zonder resultaat heeft geprobeerd Nederland te verlaten. Eiser heeft op 26 juli 2016 beroep ingesteld wegens het uitblijven van het advies van de DT&V.
De rechtbank heeft op 14 december 2016 geoordeeld dat het verzoek om bemiddeling geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat er geen sprake is van een met een beschikking gelijkgestelde handeling. De rechtbank overweegt dat het uitbrengen van een advies door de DT&V niet gericht is op enig rechtsgevolg en dat er een adequate rechtsgang openstaat tegen het niet uitbrengen van een advies. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat er geen besluit of daarmee gelijkgestelde handeling is waartegen beroep kan worden ingesteld.
De uitspraak is gedaan door mr. M. van Veelen, rechter, en is openbaar uitgesproken op 14 december 2016. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.