Uitspraak
[belanghebbende],
- het verzoekschrift;
- het F9-formulier d.d. 7 januari 2016 van de zijde van verzoekers;
- het F9-formulier d.d. 7 januari 2016 met bijlagen van de zijde van verzoekers.
- Verzoekers zijn op [datum] met elkaar gehuwd.
- Verzoekers hebben op 10 februari 2014 een "altruistic surrogacy agreement" gesloten met de draagmoeder en haar echtgenoot (deze laatste als "confirming party"), waarin de draagmoeder zich bereid heeft verklaard om via hoogtechnologisch draagmoederschap (waarbij zaad van de man en een eicel van de vrouw zou worden gebruikt) voor hen een kind te dragen.
- Op [datum] zijn te [geboorteplaats] , India, uit de draagmoeder geboren: [minderjarige] en [minderjarige] . Op dat moment was de draagmoeder gehuwd met haar echtgenoot.
- Op de Indiase geboorteaktes van de minderjarigen staan verzoekers als vader en moeder van de minderjarigen vermeld.
- Uit een door Verilabs opgemaakt rapport van DNA-onderzoek d.d. 4 september 2015 blijkt dat de man met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid (met een kans groter dan 99,9999%) de biologische vader van de minderjarigen is.
- Op 3 maart 2015 heeft dr. [naam] , directeur van [bedrijfsnaam] schriftelijk verklaard:
"2. That […] deponent delivered twin children, one baby boy and one baby girl, on [datum] […] and after the delivery deponent handed over the custody of the children to the intended parents.
- De minderjarigen zijn direct na hun geboorte overgedragen aan verzoekers.
- De vrouw verblijft sinds de geboorte van de minderjarigen met de minderjarigen in India en is hun hoofdverzorgster.
- De man verblijft in Nederland, alwaar hij zijn werk heeft, maar reist met enige regelmaat naar de vrouw en de minderjarigen in India.
- De draagmoeder en haar echtgenoot zijn Burger van India.
- Verzoekers hebben beiden de Nederlandse nationaliteit en zijn beiden ‘Overseas Citizen of India’.
- Blijkens de informatie uit de basisregistratie personen wonen verzoekers sedert 20 mei 2003 tezamen op hun huidige adres.
Beëindiging gezag
Van het uitgangspunt van onbevoegdheid moet de Nederlandse rechter kunnen afwijken indien de zaak zodanige aanknopingspunten heeft met de Nederlandse rechtssfeer dat het belang van het kind ertoe noopt dat hij zich bevoegd verklaard."
- het van rechtswege ontstaan of tenietgaan van ouderlijke verantwoordelijkheid zonder tussenkomst van een rechterlijke of administratieve autoriteit;
- het ontstaan of tenietgaan van ouderlijke verantwoordelijkheid door een overeenkomst of een eenzijdige rechtshandeling, zonder tussenkomst van een rechterlijke of administratieve autoriteit.
- dat er een tendens (in het ontwerp-wetsvoorstel en mededelingen van de regering) in India zichtbaar is om draagmoederschap te beperken (alleen voor Indiase staatsburgers, niet commercieel, onder strikte voorwaarden);
- dat er ook een tendens is (in de Guidelines voor klinieken en in het ontwerp-wetsvoorstel) om, als aan alle voorwaarden is voldaan, de wensouders alle rechten van een (juridische) ouder toe te kennen;
- dat het 'Gujarat High Court' de draagmoeder bij hoogtechnologisch draagmoederschap heeft aangemerkt als juridische moeder;
- dat in deze zaak, anders dan in de zaak waarover het 'Gujarat High Court' heeft geoordeeld, de draagmoeder ten tijde van de geboorte van de kinderen gehuwd was.
Adoptie
- het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie van 29 mei 1993, Trb. 1996, 94 (hierna: het Haags Adoptieverdrag 1993),
- de Wet van 14 mei 1998 tot uitvoering van het op 29 mei 1993 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, Stb. 1998, 302 (hierna: Uitvoeringswet interlandelijke adoptie),
- de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (hierna: Wobka),
voor de wensmoeder geldt de bij IVF gebruikelijke leeftijdsgrens van ongeveer 40 jaar; voor de draagmoeder geldt een leeftijdsgrens van 44 jaar; de draagmoeder dient bij voorkeur zelf een voltooid gezin te hebben, maar in ieder geval reeds een eigen kind te hebben gebaard.
Draagmoederschap dient beschouwd te worden als een ultimum remedium. De behandeling wordt beperkt tot een aantal medische indicaties. Medische, psychologisch en juridische counseling dient een integraal onderdeel uit te maken van de behandeling.
- een verklaring van ziekenhuis dat de draagmoeder zwanger is van een kind dat genetisch een volledig eigen kind van de wensouders is;
- een verklaring waaruit blijkt dat voldaan is aan alle wettelijke voorwaarden zoals opgenomen in de richtlijn hoogtechnologisch draagmoederschap van de NVOG;
- een verklaring dat de betrokkenen aan alle formaliteiten conform het protocol van het ziekenhuis hebben voldaan, waaronder het overleggen van een verklaring omtrent het gedrag.
- de medische indicatie voor draagmoederschap;
- raadpleging door verzoekers van de raad voor de kinderbescherming of een soortgelijke instantie in India;
- de vraag of vaststaat dat de minderjarigen zijn geboren met toepassing van eiceldonatie van een donor niet zijnde de draagmoeder (de door verzoekers overgelegde verklaring van [bedrijfsnaam] d.d. 3 maart 2015 is niet helemaal duidelijk);
- in hoeverre de identiteit van de eiceldonor raadpleegbaar is;
- in hoeverre onafhankelijke medische, psychologisch en juridische begeleiding heeft plaatsgevonden,
1 december 2016 pro formateneinde verzoekers in de gelegenheid te stellen zich uit te laten als hiervoor vermeld;
ten aanzien van de adoptieaan.