Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De verweren
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 april 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Masters in Finance B.V. (MIF) en een werknemer. MIF had verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van disfunctioneren van de werknemer, die sinds 2015 in dienst was. MIF stelde dat de werknemer zijn targets niet had gehaald en dat hij niet planmatig werkte. De werknemer heeft echter betwist dat hij disfunctioneerde en heeft bewijs geleverd dat hij zijn targets wel degelijk had gehaald. De kantonrechter oordeelde dat MIF niet aannemelijk had gemaakt dat de werknemer disfunctioneerde en dat het verzoek tot ontbinding daarom moest worden afgewezen. Bovendien oordeelde de kantonrechter dat MIF had gehandeld in strijd met de vereisten van goed werkgeverschap, wat leidde tot een ernstige verstoring van de arbeidsverhouding. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 mei 2016, en de werknemer kreeg een billijke vergoeding van € 6.000,- toegekend. Daarnaast werd MIF veroordeeld tot betaling van een bonus van € 6.500,- en een bedrag van € 235,20 netto per maand voor onterecht ingehouden bedragen. MIF werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.