ECLI:NL:RBDHA:2016:16765
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- O. van der Burg
- K.M. Braun
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2016 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die betrokken was in een civiele procedure tegen zijn voormalige echtgenote. De verzoeker had zijn advocaat niet op tijd bij de juiste rechtbank kunnen krijgen, waardoor de mondelinge behandeling op 12 september 2016 zonder zijn aanwezigheid plaatsvond. De kantonrechter, mr. R.J. ter Kuile, had de zitting voortgezet ondanks het ontbreken van de advocaat, wat de verzoeker als partijdig beschouwde. De wrakingskamer oordeelde dat de kantonrechter niet de schijn van vooringenomenheid had gewekt. De beslissing van de kantonrechter om de zitting voort te zetten was gerechtvaardigd, aangezien de advocaat zich bij de verkeerde rechtbank had gemeld en er geen verzoek om aanhouding was gedaan. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval was er geen sprake van een dergelijke situatie, en het verzoek tot wraking werd afgewezen. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.