ECLI:NL:RBDHA:2016:16608
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel en verkrijging van het Nederlanderschap
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 14 oktober 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel die aan eiser was opgelegd. Eiser, geboren in 1996, stelde dat hij van rechtswege het Nederlanderschap had verkregen door de vaststelling van zijn vaderschap door de rechtbank Amsterdam in 2015. De rechtbank oordeelde echter dat eiser ten tijde van de beschikking meerderjarig was en daarom niet automatisch het Nederlanderschap had verkregen volgens artikel 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Eiser werd geadviseerd om een naturalisatieverzoek in te dienen, maar er was geen bewijs dat hij dit had gedaan.
Daarnaast voerde eiser aan dat het gebruik van handboeien tijdens zijn transport onrechtmatig was, omdat er geen gevaar voor ontvluchting of veiligheid was. De rechtbank oordeelde dat de rechtmatigheid van het gebruik van handboeien niet ter beoordeling stond in deze procedure, aangezien deze handelingen plaatsvonden tijdens een strafrechtelijk traject.
De rechtbank concludeerde dat er voldoende gronden waren om aan te nemen dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken, gezien zijn eerdere gedrag en het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats. Eiser's argument dat hij Nederlander was en daarom niet aan de verplichtingen hoefde te voldoen, werd verworpen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.