Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 december 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 800,- overgemaakt aan eiser. Nadat eiser vervolgens te kennen heeft gegeven wel behoefte te hebben aan een afscheidsreceptie, heeft verweerder in het primaire en het bestreden besluit een vergoeding voor een afscheidsreceptie vastgesteld en het reeds uitbetaalde bedrag van € 800,- teruggevorderd. Nu eiser zelf heeft aangegeven een receptie te willen, en hij kennelijk geen prijs meer stelde op het geboden alternatief van € 800,- netto, heeft verweerder dat bedrag, gelet op artikel 116a van de Ambtenarenwet, terecht als onverschuldigd betaalde bezoldiging teruggevorderd. Onder deze omstandigheden ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat eiser geen rekening hoefde te houden met teruggave van het overgemaakte geld.