Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 17 juli 2016, met 10 producties;
- de conclusie van antwoord van 25 augustus 2016, met 1 productie;
- de brief van 15 november 2016 aan de zijde van [eiser] met een aanvullende productie (productie 11).
2.De feiten
- Ten aanzien van het vooringenomen handelen door de politie en inbreuk op het privé leven van klager en de toezegging dat de gegevens uit de politiesystemen verwijderd zouden worden acht ik uw klacht ongegrond;
- Ten aanzien van het beledigen door de politie acht ik uw klacht deels gegrond;
- Ten aanzien van het verwijderen, verbeteren en aanvullen van onrechtmatige gegevens van klager in de politiesystemen bent u krachtens de klachtenregeling niet ontvankelijk.
3.De vordering
€ 3.713,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van dagvaarding tot aan de algehele voldoening, (subsidiair) de Nationale Politie te veroordelen aan [eiser] te betalen een in goede justitie te bepalen bedrag, (primair en subsidiair) de Nationale Politie te veroordelen tot betaling van (I.) de buitengerechtelijke kosten van
€ 196,38, (II.) de proceskosten.
€ 2.213,79, die hij vergoed wil zien.
4.Het verweer
5.De beoordeling
stoppen op een VOP en niet volgen van de richting voorsorteervak.
€ 250,-).