Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2016 in de zaak tussen
[eiser 2], eiseressen,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseressen en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De zaak betreft de reactie van verweerder op een burgemeestersbrief, waarin de burgemeester van twee gemeenten een beroep deed op zijn discretionaire bevoegdheid. Verweerder heeft in zijn besluit van 14 april 2015 het bezwaar van eiseressen tegen de brieven van de burgemeester niet-ontvankelijk verklaard. Eiseressen hebben hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank overweegt dat de reactie van verweerder op de burgemeestersbrief geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en ook niet kan worden aangemerkt als een feitelijke handeling volgens artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De rechtbank stelt vast dat de burgemeesters geen belanghebbenden zijn in de zin van de Awb, waardoor de brieven niet als aanvragen kunnen worden beschouwd. Eiseressen hebben aangevoerd dat de brieven moeten worden aangemerkt als schriftelijke weigeringen om een besluit te nemen, maar deze beroepsgrond faalt.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een situatie waarin eiseressen konden menen dat er een besluit van verweerder was, noch van een weigering om een besluit te nemen. Het beroep van eiseressen is ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen vier weken na verzending van de uitspraak.