De rechtbank is van oordeel dat de moeder onvoldoende concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit volgt dat de vader de door haar gestelde inlichting heeft verstrekt. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Vaststaat dat de kinderen bij de vader verbleven volgens de vakantieregeling en dat de moeder hen op 26 augustus 2016 bij de vader zou ophalen en mee terug zou nemen naar Nederland. Op grond van de inlichtingen van partijen ter zitting staat voorts vast dat op 26 augustus 2015 op initiatief van de moeder tijdens een dag aan het strand is gesproken over een langer verblijf van de moeder en de kinderen in Frankrijk en dat daarbij is gesproken over de wijziging van de hoofdverblijfplaats van hen. De vader is na de bespreking huiswaarts gegaan en heeft de nadien door partijen getekende overeenkomst op papier gezet. Dat de moeder de Franse taal onvoldoende machtig is om te begrijpen wat in de overeenkomst staat, acht de rechtbank, mede gelet op het langdurige verblijf van de moeder in Frankrijk in het verleden geenszins aannemelijk.
De tekst van de overeenkomst duidt niet op de door de moeder gestelde inlichting door de vader. Deze vermeldt uitsluitend de wijziging van woonplaats van de moeder zelf omdat ze wil verhuizen naar [woonplaats vader] “
Du fait du changement de résidence de Mme [naam moeder] a décidé de déménager des Pays Bas, où elle habitait jusqu’`a maintenant, à [woonplaats vader]”.
Noch de door de moeder gestelde tijdelijkheid van het verblijf van haarzelf en de minderjarigen in Frankrijk noch de inschrijving van de kinderen op school is neergelegd in de overeenkomst.
In de overeenkomst staat daarentegen dat de moeder op zoek is naar woonruimte en is meer specifiek een opbouw terzake het verblijf van de minderjarigen in relatie tot nader door haar te vinden woonruimte, neergelegd. De rechtbank komt de verklaring van de vader dat hij de wijziging van de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd wilde zien, gelet op het aantal geschillen en gevoerde procedures die partijen reeds over de minderjarigen hebben gehad, meer plausibel voor.
Gelet op het vorenstaande heeft de moeder naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende concrete feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat vader een inlichting heeft gegeven die bij de moeder een onjuiste voorstelling van zaken heeft veroorzaakt.
De rechtbank zal het beroep van de moeder op vernietigbaarheid van de overeenkomst wegens dwaling dan ook passeren.