ECLI:NL:RBDHA:2016:140

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 januari 2016
Publicatiedatum
7 januari 2016
Zaaknummer
15_4763 en 15_4765 LB
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens opheffing rechtspersoon zonder vereffening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 januari 2016 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De eiseres, [X] B.V., was een rechtspersoon die op 11 januari 2012 zonder vereffening was opgehouden te bestaan, omdat er geen bekende baten meer aanwezig waren. Dit leidde tot de vraag of de eiseres nog rechtshandelingen kon verrichten, waaronder het instellen van beroep tegen naheffingsaanslagen loonbelasting die door de inspecteur van de Belastingdienst waren opgelegd over de jaren 2003 tot en met 2006.

De rechtbank oordeelde dat zodra een rechtspersoon is opgehouden te bestaan, deze niet langer op haar naam rechtshandelingen kan verrichten. De rechtbank stelde vast dat er geen aanleiding was om de eiseres te doen herleven, en concludeerde dat het beroep van de eiseres niet-ontvankelijk moest worden verklaard. Dit betekende dat de rechtbank niet toekwam aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. S.E. Postema en de leden mr. J.P.F. Slijpen en mr. J.W. van den Berge, in aanwezigheid van griffier mr. T. Blauw. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/4763 en SGR 15/4765

uitspraak van de meervoudige kamer van 6 januari 2016 in de zaak tussen

[X] B.V., gevestigd te [plaats], eiseres

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres over de tijdvakken van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2005 en van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 naheffingsaanslagen loonbelasting opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 mei 2015 de naheffingsaanslagen verminderd.
Namens eiseres is daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Namens eiseres zijn vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2015.
Namens eiseres is verschenen [persoon A]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon B] en [persoon C].

Overwegingen

1. Blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel is eiseres op 11 januari 2012, omdat geen bekende baten meer aanwezig waren, zonder vereffening opgehouden te bestaan. Zodra een rechtspersoon is opgehouden te bestaan, kunnen niet langer op diens naam rechtshandelingen, waaronder het instellen van beroep, worden verricht (vergelijk Gerechtshof ’s Hertogenbosch 22 april 2011, ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ9911). Dat er aanleiding bestaat om eiseres te doen herleven is gesteld noch gebleken.
2. Gelet op het voorgaande dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard en komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke behandeling.
Proceskosten
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. Postema, voorzitter, en mr. J.P.F. Slijpen en mr. J.W. van den Berge, leden, in aanwezigheid van mr. T. Blauw, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2016.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.