Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 mei 2016 met producties 1 tot en met 14;
- de incidentele conclusie houdende een beroep tot onbevoegdverklaring ex artikel 11 Rv, tevens conclusie van antwoord van 7 september 2016, met producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid, van 21 september 2016, met productie 15 (kostenopgave).
2.De feiten
Een werkende vennoot is hoofdelijk aansprakelijk door alle verbintenissen van de vennootschap, zowel deze ontstaan tijdens zijn/haar bestuur als voorheen, en dit tot zijn/haar ontslag als werkend vennoot”.
3.De vorderingen en grondslagen in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident tot onbevoegdverklaring
5.De beoordeling in het incident
6.Het vervolg van de procedure in de hoofdzaak
Bepaling comparitie van partijen
uiterlijk twee weken vóór de comparitiedatum, met gelijktijdige kopie aan de advocaat van de wederpartij, per brief te sturen aan: Paleis van Justitie,
CNA-bureaukamer P2-1415, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. In de brief dienen de naam van de comparitierechter alsmede de datum en het tijdstip van de zitting te worden vermeld.
24 uurvóór de zitting te worden ingediend, met gelijktijdige kopie aan de advocaat van de wederpartij.
‘Instructies voor het indienen van stukken in IE-zaken’, raadpleegbaar via de website van de rechtbank Den Haag van de Sectie Intellectuele Eigendom (IE) op www.rechtspraak.nl (https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Den-Haag/Over-de-rechtbank/Rechtsgebieden-en-teams/Paginas/Intellectuele-Eigendom.aspx).
digitale dragerte worden aangeleverd conform de ‘Instructies voor het indienen van stukken in IE-zaken’, hiervoor vermeld. Iedere partij levert voorts de reeds ingediende (proces)stukken op een digitale drager aan uiterlijk
tweeweken vóór de zitting.
schriftelijkworden gedaan aan het CNA-bureau, en wel bij voorkeur per B-formulier (conform artikel 1.8 van het Landelijk procesreglement), met gelijktijdige kopie aan de advocaat van de wederpartij. In het verzoek dienen te worden vermeld: de naam van de comparitierechter, de datum en het tijdstip van de zitting, alsmede de verhinderdata voor de eerstkomende drie maanden na de comparitiedatum.
binnen twee weken naeen ambtshalve dagbepaling van de zitting is ontvangen (conform artikel 8.3 van het Landelijk procesreglement) of dat is ontvangen na een dagbepaling in overleg met partijen, tenzij sprake is van overmacht of klemmende reden en behoudens het bepaalde onder 6.8
uiterlijk twee werkdagen vóór de comparitiedatumschriftelijk hebben bericht dat a) de zaak op eenstemmig verzoek moet worden verwezen naar een mediator of b) de procedure kan worden doorgehaald wegens een alsnog getroffen schikking.