ECLI:NL:RBDHA:2016:1389
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke sluiting van horeca-inrichting wegens aantreffen van softdrugs en de motivering van de sluitingsduur
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van de burgemeester van Den Haag. De burgemeester had op 1 oktober 2015 besloten om de horeca-inrichting van eiseres, een café-restaurant, tijdelijk te sluiten voor een periode van zes maanden, vanwege het aantreffen van 81,5 gram hasjiesj tijdens een controle op 18 september 2015. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het primaire besluit geschorst en op 1 december 2015 het bezwaar van eiseres gegrond verklaard, waarbij de sluitingsduur werd gematigd tot drie maanden.
Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarin de burgemeester de sluitingsduur handhaafde. Tijdens de zitting op 5 februari 2016 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er geen verdere aanwijzingen waren voor drugshandel en dat er in de afgelopen vijf jaar geen incidenten waren geweest. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester onvoldoende had gemotiveerd waarom de sluiting van drie maanden noodzakelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak. De voorzieningenrechter benadrukte dat de sluiting niet langer mag duren dan nodig is voor het herstel van de openbare orde en dat een te lange sluiting een punitief karakter kan krijgen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het bestreden besluit vernietigd en de burgemeester opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiseres en het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen de beslissing.