Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], geboren op [geboortedatum] , eiser en verzoeker,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
:mr. J.M.M. van Gils.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2016 uitspraak gedaan over de asielaanvragen van een gezin van Roma uit Macedonië. De aanvragen zijn door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen als kennelijk ongegrond. De eisers, bestaande uit een vader, moeder en hun drie minderjarige kinderen, hebben beroep ingesteld tegen deze besluiten en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te verbieden totdat op hun beroep is beslist. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 28 oktober 2016 gehouden, waarbij de eisers werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. drs. J.M. Walls.
De rechtbank overweegt dat de afwijzing van de asielaanvragen is gebaseerd op het rechtsvermoeden dat Macedonië een veilig land van herkomst is. Dit is echter in eerdere uitspraken van de rechtbank onverbindend verklaard, omdat de beoordeling van de veiligheid in Macedonië niet op de juiste informatiebronnen was gebaseerd. De rechtbank concludeert dat de bestreden besluiten geen deugdelijke grondslag hebben en dat de asielaanvragen van eisers gegrond zijn. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en wijst de aanvragen af als ongegrond, omdat niet is aangetoond dat eisers als vluchteling moeten worden aangemerkt of vrezen voor ernstige schade.
De rechtbank wijst ook de verzoeken om een voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding is om deze toe te wijzen. De staatssecretaris wordt veroordeeld in de proceskosten van de eisers. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. J.A.B. Koens, en is op 28 oktober 2016 verzonden aan de partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.