ECLI:NL:RBDHA:2016:13286
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake boete opgelegd door het Uwv
Op 11 november 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een verzoek van de eiser om terug te komen van een eerder besluit van 4 juli 2014, waarbij hem een boete was opgelegd omdat hij niet had doorgegeven dat hij via een uitzendbureau had gewerkt. Eiser had eerder bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit was ongegrond verklaard. In februari 2016 heeft eiser opnieuw bezwaar gemaakt tegen het boetebedrag, wat door het Uwv werd doorgezonden naar de rechtbank als beroepschrift. De rechtbank heeft op 6 oktober 2016 een zitting gehouden waar eiser en de gemachtigde van het Uwv aanwezig waren.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de informatie die eiser heeft aangevoerd in wezen een herhaling is van wat al bekend was bij het Uwv en dat deze niet kan leiden tot wijziging van het besluit van 4 juli 2014. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.