ECLI:NL:RBDHA:2016:13231
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- O. van der Burg
- K.M. Braun
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civiele procedure met betrekking tot getuigenverhoor
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2016 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die in een civiele procedure betrokken was, had de kantonrechter mr. F.J. Verbeek gewraakt tijdens een getuigenverhoor. De aanleiding voor het wrakingsverzoek was de toelating van een vraag door de kantonrechter die betrekking had op het inkomen van de getuige in 2010. Verzoeker stelde dat deze beslissing de schijn van partijdigheid wekte.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het toelaten van vragen tijdens een getuigenverhoor een processuele beslissing is die in beginsel geen grond voor wraking kan opleveren. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker onvoldoende had onderbouwd dat de beslissing van de kantonrechter onbegrijpelijk was of dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de hoofdzaak voortgezet kan worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor het opleggen van een wrakingsverbod, zoals door de kantonrechter was verzocht. De beslissing is openbaar uitgesproken en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitkomst.