Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De incidenten tot tussenkomst c.q. voeging
3.De feiten
4.Het geschil
standstill-termijn;
standstill-termijn;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 oktober 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen PQR B.V. en de Staat der Nederlanden, met als onderwerp een aanbestedingsprocedure voor datacentermiddelen. PQR, die als zesde was geëindigd in de gunning, vorderde onder andere dat de gunningsbeslissingen van 7 juli 2016 zouden worden ingetrokken en dat de inschrijving van Infotheek ongeldig zou worden verklaard. De rechtbank oordeelde dat PQR geen belang had bij haar vorderingen, aangezien zij als winnaar van de aanbesteding was aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de Staat voldoende onderzoek had verricht naar de aangeboden kortingspercentages en dat de verificatie van de inschrijvingen op een juiste wijze had plaatsgevonden. De vorderingen van PQR werden afgewezen, en de rechtbank veroordeelde PQR in de proceskosten van de Staat, Infotheek en Misco. De uitspraak benadrukt de vrijheid van de aanbestedende dienst in het kiezen van een verificatiewijze en de noodzaak voor inschrijvers om hun aanbiedingen te onderbouwen.