ECLI:NL:RBDHA:2016:12402
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing wijziging politiegegevens op grond van Wet politiegegevens
Op 14 oktober 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de korpschef van Politie, eenheid Den Haag. Eiseres had op 8 februari 2016 een verzoek ingediend tot wijziging en aanvulling van haar politiegegevens op basis van artikel 28 van de Wet politiegegevens (Wpg). Dit verzoek werd op 19 februari 2016 afgewezen. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, waarop op 12 mei 2016 werd beslist. Vervolgens heeft de korpschef op 19 juli 2016 een nieuw besluit genomen, waarbij het verzoek van eiseres opnieuw werd afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit moet worden beschouwd als een besluit in de zin van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had het beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar verzoek, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat het beroep ongegrond was. De rechtbank stelde vast dat het correctierecht, zoals neergelegd in artikel 28 van de Wpg, alleen kan worden toegepast bij feitelijke onjuistheden. In dit geval was er een feitelijke onjuistheid in de weergave van de rijrichting, die gecorrigeerd werd. De rechtbank benadrukte dat het correctierecht niet bedoeld is voor het corrigeren van indrukken of meningen van derden.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan door mr. A.E. Dutrieux, in aanwezigheid van griffier mr. N. Siderius. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.