Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
- 20 februari 2014 (pro forma),
- 23 september 2015 (pro forma),
- 19 september 2016 (inhoudelijk) en
- 28 september 2016 (inhoudelijk en sluiting onderzoek ter terechtzitting).
Rechtbank Den Haag
Op 12 oktober 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de smokkel van hennep naar het Verenigd Koninkrijk. De verdachte, die als chauffeur fungeerde, werd beschuldigd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van grote hoeveelheden hennep in de periode van 4 oktober 2013 tot en met 5 oktober 2013 en van 23 september 2013 tot en met 24 september 2013. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting werd vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij twee transporten van hennep, waarbij in totaal meer dan 600 kilogram hennep werd vervoerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, en verklaarde de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 15 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. Daarnaast werd de verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 7.200,- gevorderd, maar de rechtbank oordeelde dat deze verbeurdverklaring niet mogelijk was omdat het geld niet in beslag was genomen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn rol als kostwinner en zijn eerdere gezondheidsproblemen, maar vond de ernst van de feiten zwaarder wegen. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de rechters en griffier, en is openbaar uitgesproken.