ECLI:NL:RBDHA:2016:12265
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van het militaire lid van de meervoudige militaire kamer
Op 23 augustus 2016 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van mr. J.S. van Duurling, militair lid van de meervoudige militaire kamer. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.E. Louwerse, had het verzoek ingediend op basis van de schijn van vooringenomenheid van mr. van Duurling, die volgens verzoeker door zijn functie bij het Ministerie van Defensie mogelijk beïnvloed zou zijn in zijn oordeelsvorming. De wrakingskamer heeft de feiten en omstandigheden die door verzoeker zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze onvoldoende grond bieden voor de vrees dat mr. van Duurling niet onpartijdig zou zijn. De wrakingskamer benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval heeft verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zouden maken. De wrakingskamer heeft daarom het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de hoofdzaak voortgezet kan worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.