ECLI:NL:RBDHA:2016:11250
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- T. van Rij
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting door gemeente Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2016 uitspraak gedaan over de naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiseres was opgelegd. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde N.G.A. Voorbach, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 12 november 2015 de auto van eiseres geparkeerd stond op een locatie waar parkeerbelasting verschuldigd was. Tijdens een controle door parkeercontroleur [persoon 3] werd geconstateerd dat er geen geldig parkeerbewijs aanwezig was, wat leidde tot de naheffingsaanslag van € 60,70. De rechtbank oordeelde dat de bewijslast voor het opleggen van de naheffingsaanslag bij de verweerder lag, en dat deze voldoende bewijs had geleverd dat de parkeerbelasting niet was betaald. De gemachtigde van eiseres had dit standpunt ongemotiveerd weersproken en er was geen bewijs van betaling overgelegd. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank heeft ook overwogen dat de controleur bevoegd was om de naheffingsaanslag op te leggen en dat de kostenraming die aan de naheffingsaanslag ten grondslag lag, deugdelijk was onderbouwd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.