ECLI:NL:RBDHA:2016:11212
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot schorsing van locatiegebod en elektronisch toezicht in kort geding
In deze zaak heeft eiser, die staat genoteerd op de Top600-lijst van veelplegers, een vordering ingediend om het bij besluit van 10 mei 2016 opgelegde locatiegebod en het daaraan gekoppelde elektronisch toezicht te schorsen. Eiser is eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden voor verschillende strafbare feiten, waaronder mishandeling en drugshandel. De reclassering heeft geadviseerd dat eiser onder elektronisch toezicht moet staan vanwege een hoog recidiverisico, wat ook is bevestigd in eerdere rapportages. Eiser stelt dat het locatiegebod en de elektronische controle een disproportionele inbreuk maken op zijn bewegingsvrijheid en dat deze voorwaarden contraproductief zijn voor zijn resocialisatie.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het Openbaar Ministerie bij de oplegging van bijzondere voorwaarden, zoals het locatiegebod en elektronisch toezicht, een grote beleidsvrijheid heeft. De rechtbank concludeert dat de opgelegde voorwaarden niet onredelijk zijn, gezien het hoge recidiverisico van eiser en zijn eerdere onttrekking aan detentie. De rechtbank benadrukt dat de voorwaarden zijn bedoeld om recidive te voorkomen en dat de locatie waar eiser moet verblijven, hoewel niet ideaal, door de reclassering als geschikt is beoordeeld. De vordering van eiser wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de kosten van het geding.