Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de vrouw] ,
Procesverloop
Overwegingen
fair balancete worden gevonden tussen enerzijds het belang van de vreemdeling bij de uitoefening van zijn privé- en gezinsleven in Nederland en anderzijds het Nederlands algemeen belang bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid. Daarbij moeten alle voor die belangenafweging van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar worden betrokken. De gehanteerde maatstaf van de
fair balanceimpliceert dat de toetsing door de rechter enigszins terughoudend dient te zijn.
insurmountable obstacles’ voor het gezinslid, wanneer deze zich in het land van de vreemdeling zal moeten vestigen, terwijl het EHRM in andere arresten overweegt dat beantwoord moet worden wat ‘
the seriousness of the difficulties’ zal zijn, dan wel of sprake zal zijn van ‘
significant difficulties’, voor de gezinsleden als zij de vreemdeling moeten volgen naar zijn land van herkomst. De rechtbank verwijst in dit verband naar de arresten Boultif tegen Zwitserland van 2 augustus 2001 (nr. 54273/00), Maslov tegen Oostenrijk van 23 juni 2008 (nr. 1638/03) en Omojudi tegen het Verenigd Koninkrijk van 24 november 2009 (nr. 1820/08). In het meer recente arrest Jeunesse tegen Nederland (nr. 12738/10) stelt het EHRM, onder meer, de vraag of ‘
it is likely that the applicant and her family would experience a degree of hardship.’
degree of hardship’ dienen de belangen van de betrokken kinderen een grote rol te spelen. In het arrest Tuquabo-Tekle e.a. tegen Nederland (nr. 60665/00), overweegt het EHRM dat ‘
where children are involved, their best interests must be taken into account.’ Voorts zijn volgens het EHRM in alle beslissingen aangaande kinderen, hun belangen ‘
of paramount importance’ (Neulinger en Shuruk tegen Zwitserland, nr. 41615/07) en moet aan die belangen ‘
significant weight’ worden toegekend, gelet op het arrest Jeunesse tegen Nederland. In laatstgenoemd arrest overweegt het EHRM dat ‘
national decision-making bodies should, in principle, advert to and assess evidence in respect of the practicality, feasibility and proportionality of any removal of a non-national parent in order to give effective protection and sufficient weight to the best interests of the children affected by it.’
degree of hardship’ voor het hele gezin. Ook de belangen van referent dienen te worden meegewogen. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat er geen belemmeringen zijn voor referent om in Irak te gaan wonen. Hierbij is van belang dat referent Irak in 1995 als vluchteling heeft verlaten, inmiddels ruim twintig jaar in Nederland verblijft en de Nederlandse nationaliteit heeft. Het feit dat referent in 2012 zes maanden heeft geprobeerd om zich met zijn gezin in Irak te vestigen, maakt nog niet dat er geen sprake is van een ‘
degree of hardship’, met name nu referent heeft verklaard dat zijn poging om zich in Irak te vestigen is gestrand op grond van de leefomstandigheden daar.
degree of hardship’ zal opleveren voor een (grotendeels) Nederlands gezin met jonge kinderen om zich daar te vestigen. Onder verwijzing naar de Afdelingsuitspraak van 8 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1623) overweegt de rechtbank dat deze omstandigheden in dit geval moeten worden meegewogen bij de aanvraag die nu voorligt, omdat het niet mogelijk is om de veiligheidssituatie in Irak in het kader van een asielaanvraag bij de beoordeling te betrekken, aangezien referent en de kinderen als Nederlanders geen asiel kunnen aanvragen en eiseres geen asiel kan aanvragen omdat zij niet in Nederland is.