In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 september 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee besloten vennootschappen die beide de naam 'Stee aan Zee' gebruiken. Eiseres, STEE AAN ZEE B.V., gevestigd in Serooskerke, heeft sinds december 2013 een onderneming die zich richt op de verhuur van vakantiehuisjes en appartementen aan de Noordzeekust. Gedaagde, STEE AAN ZEE KATWIJK B.V., gevestigd in Katwijk, exploiteert sinds het voorjaar van 2016 een onderneming die kamers en appartementen verhuurt. Eiseres vorderde een verbod op het gebruik van de handelsnaam 'Stee aan Zee' door gedaagde, omdat dit zou leiden tot verwarring bij het publiek, gezien de gelijkenis in de naam en de aard van de ondernemingen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad verwarring kan ontstaan, ondanks de afstand tussen de twee ondernemingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de naam 'Stee aan Zee' niet louter beschrijvend is en dat de combinatie van woorden een onderscheidend vermogen heeft. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld om het gebruik van de handelsnaam en de bijbehorende website te staken, met een dwangsom voor het geval gedaagde hier niet aan voldoet. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 4.294,01. De termijn voor het staken van het gebruik van de handelsnaam en website is vastgesteld op drie maanden na betekening van het vonnis.