3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Algemene bewijsoverweging ten aanzien van de door verdachte afgelegde verklaringen
Verdachte is meermalen verhoord door de politie. Tijdens die verhoren heeft verdachte een aantal uitgebreide bekennende verklaringen afgelegd. Bij zijn voorgeleiding bij de rechter-commissaris is verdachte teruggekomen op deze verklaringen en heeft hij verklaard dat zijn verklaringen niet juist zijn weergegeven in de processen-verbaal. Tijdens de terechtzitting van 21 juli 2015 heeft de verdediging zich eveneens op dit standpunt gesteld. De raadsvrouw heeft daarbij aangegeven dat de verklaringen vaag zijn en dat deze verklaringen niet door ander bewijs worden ondersteund. Bovendien komt een deel van de verklaringen niet overeen met de ten laste gelegde feiten. Voordat de rechtbank toekomt aan de specifieke beoordeling van de verschillende aan verdachte ten laste gelegde feiten, zal de rechtbank eerst ingaan op de door verdachte afgelegde verklaringen en het verweer van de raadsvrouw hieromtrent.
Verdachte is op 10 november 2014, omstreeks 12.45 uur, voor de eerste maal verhoord. Voorafgaand aan het verhoor heeft verdachte overleg gehad met zijn raadsvrouw, mr. C.J. Berghout. Verdachte heeft toen onder meer het volgende verklaard.
“
Ik heb een bedrijf gehad Fly Moments.(…) Dit bedrijf heb
ik gehad van augustus 2011 tot september 2012. (…) Met Fly Moments had ik een ABNAmro rekening. Het rekeningnummer weet ik niet meer. Deze is in 2014 opgeheven door mij. Het bedrijf bestond immers niet meer. (…) Verder heb ik ook nog een privérekening bij de ING. (…) Dit betreft nummer [rekeningnummer] .”
Op de vraag wie er gemachtigd zijn tot die bankrekeningen en wie er gebruik maakt van die bankrekeningen antwoordt verdachte: “
Alleen ik”. Over door hem gebruikte auto’s en (mobiele) telefoons heeft hij het volgende verklaard.
“
Ik had eerst een Audi A2 (…) Het kenteken was [kenteken] . Voor de Audi had ik een VVV Polo. Dit was een leaseauto. Ik leasede deze exclusief belasting voor een bedrag van
600 euro. Het kenteken was [kenteken] . Deze auto had ik van februari 2012 tot september 2013. (…) Het nummer [telefoonnummer] gebruik ik sinds mijn 18e jaar. (…) Momenteel heb ik nog een iphone 5S met pincode 1724. (…) Af en toe mag iemand in mijn aanwezigheid wel eens gebruik maken van mijn telefoon. Na het gesprek krijg ik ‘m dan gewoon weer terug.”
Het proces-verbaal waarin het verhoor schriftelijk is vastgelegd, bestaat uit zeven pagina’s. Alle pagina’s zijn ondertekend. Op pagina zes staat het volgende vermeld: “Nadat de verdachte zijn verklaring had doorgelezen, verklaarde hij daarin te volharden en ondertekende deze.” Hierboven, bij de naam van verdachte, is een handtekening gezet, die overeenkomt met de op alle pagina’s van het proces-verbaal aangebrachte handtekening.
Verdachte is op 10 november 2014, omstreeks 16:25 uur, voor de tweede maal verhoord. Verbalisanten houden verdachte voor dat uit onderzoek is gebleken dat hij betrokken is bij fraude en hem gevraagd wat hij daarover kon vertellen. Verdachte antwoordde toen onder meer als volgt:
“
Ikzelf doe die overboekingen niet. Ik zal u uitleggen hoe het werkt. Er is een spammer aanwezig die grote hoeveelheden spammail naar vele mailadressen verstuurt. Deze mailadressen worden niet door mij verkregen. Ik ken een man genaamd [M.O.] (…) Ik zie [M.O.] regelmatig in Delft op straat. (…) [M.O.] kent een 17 jarige jongen die heel handig is met computers. Onder andere deze knul regelt al die mailadressen voor ons. Ik weet zijn naam niet of waar hij woont. [M.O.] zei eerst tegen mij dat het zijn neefje was die die phishingmails verstuurde. Daarna weer dat het een Pool betrof en toen had hij het weer over een oom. Kortom ik weet het eigenlijk niet precies. In ieder geval bouwt deze persoon ook websites van bedrijven na, bijvoorbeeld ICS. Het is niet zo dat ik alles op die jongen en [M.O.] wil afschuiven, want ik zit er zelf middenin. Ik sta in het fraudemilieu bekend als betrouwbaar. Daarmee bedoel ik dat ik het geld dat door phishing wordt verkregen c.q creditcardfraude c.q. de zaak waarmee u mij zojuist hebt geconfronteerd (als deze was gelukt) eerlijk door mij wordt verdeeld. Ik houd nooit alles zelf. Van het hele bedrag houd ik vaak maar tien procent over. Er zijn meerdere mensen bij dit soort fraude betrokken. Ik doe dat niet alleen. Ik zal u uitleggen hoe het verder gaat. Bij het verzenden van grote hoeveelheden phishingmail, waarbij de geadresseerde, in bijvoorbeeld dit geval, een nep website krijgt te zien van ICS wordt hem of haar verzocht zijn persoonlijke gegevens in te vullen. Middels een wijzigingsformulier wordt dan het bankrekeningnummer behorende bij dat account gewijzigd naar het bankrekeningnummer van iemand die wij geronseld hebben om zijn rekeningnummer ter beschikking te stellen, zodat het weggesluisde geld kan worden overgemaakt naar diegene die zijn bankrekeningnummer ter beschikking heeft gesteld.
Mijn rol in dit geheel is eigenlijk dat ik de opdracht heb om zoveel als mogelijk katvangers te vinden die hun bankrekeningnummer ter beschikking willen stellen. U moet mij zien als een soort “hoofdontvanger” van bankpasjes. Ik geef alle aan mij gegeven pasjes aan [M.O.] . Zelden houd ik zelf een pasje. Soms ben ik ook laks en leg ik pasjes thuis ergens neer zonder er nog naar om te kijken. Dit komt omdat ik het soms te druk heb met andere dingen. Tussen mij en de katvanger zitten nog 1 tot 3 tussenpersonen die zich bezig hebben gehouden met het verzamelen van bankpasjes die ter beschikking zijn gesteld door bankrekeninghouders. Ook zij delen mee in de winst. Van bijvoorbeeld 2400,- euro krijg ik in eerste instantie 50 procent en de andere 50 procent gaan naar [M.O.] en degene die de spammail heeft verzorgd. Van mijn 50 procent moet ik ook nog die 1 tot 3 tussenpersonen betalen. Ik houd van die 1200 euro maar maximaal 240 euro over. De rest gaat naar die tussenpersonen en de katvanger. ICS is de laatste 7 maanden wel een hot item. Dat komt doordat er binnen het milieu snel wordt doorgegeven als iets lukt.
Ik wil nog even aanvullen dat er drie methodes zijn hoe we het geld cashen:
• [M.O.] pint het geld
• Ik pin het geld
• Of ik zeg tegen een tussenpersoon dat hij het pasje bij zich moet houden totdat ik hem een
seintje geef dat het geld erop staat. Ik hoor dan van [M.O.] wanneer er geld op staat. De meest gebruikte methode is dat [M.O.] pint.”
Op de vraag van de verbalisanten of verdachte [persoon A.] kende, antwoordde verdachte als volgt:
“
Nee, die naam zegt mij niet zoals zovele namen mij niets zeggen. U moet begrijpen dat ik vele pasjes ontving.”
Nadat de verbalisanten een aantal tapgesprekken aan verdachte hebben voorgehouden, waaronder het tapgesprek waarin wordt gesproken dat iets geblokt en er niet meer kan worden ingelogd, antwoordt verdachte onder meer als volgt:
“
Ik begreep in dat gesprek met die neef [van mijn buurgenoot] dat de fraude bij ICS niet gelukt was en dat hij weer toegang tot zijn rekening wilde hebben. Ik gaf hem advies hoe zijn katvanger moest reageren om zijn pasje c.q. weer toegang te krijgen tot zijn rekening. Ik geef toe dat ik in deze specifieke zaak als intermediair heb opgetreden tussen “ [M.O.] ” en die neef van [contact van verdachte] . Als het was gelukt om dat geld weg te sluizen had ik 10 procent van het weggenomen geld gekregen. Ik begrijp heel goed dat ik mij schuldig heb gemaakt aan een misdrijf. Ik had gehoopt er geld aan te kunnen verdienen, maar het is in deze zaak niet gelukt.”
Als de verbalisanten verdachte ermee confronteren dat zij geen toegang kunnen krijgen tot de Iphone van verdachte met de eerder door hem verstrekte toegangscode, antwoordt verdachte als volgt.
“
Ik zal eerlijk tegen u zijn. Binnen ons fraudeclubje is het een ongeschreven regel, dat we zodra iemand van ons wordt aangehouden op afstand alles wissen van zijn telefoon. Dat is een voordeel als je in de iCloud werkt. Alle leden van mijn clubje zijn allemaal op de hoogte van mijn wachtwoorden, maar ook pincode. Ik vermoed dat iemand uit mijn clubje dit geregeld heeft.”
Het proces-verbaal waarin het verhoor schriftelijk is vastgelegd, bestaat uit zeven pagina’s. Alle pagina’s zijn ondertekend. Op pagina zes staat het volgende vermeld: “Nadat de verdachte zijn verklaring had doorgelezen, verklaarde hij daarin te volharden en ondertekende deze.” Hierboven, bij de naam van verdachte, is een handtekening gezet, die overeenkomt met de op alle pagina’s van het proces-verbaal aangebrachte handtekening.
Verdachte is op 11 november 2014, omstreeks 09:01 uur, voor de derde maal verhoord. Verdachte verklaardde toen onder meer als volgt.
“
Van zowel mijn privé als mijn zakelijke rekening weet alleen ik de pincodes. Ik heb mijn passen nooit uitgeleend.”
Verbalisanten houden verdachte voor dat uit de bankgegevens van rekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v Fly Moments is gebleken dat er ten gunste van deze rekening in de periode van 28 maart 2012 tot en met 26 juni 2014 achtentwintig (28) contante geldstortingen plaats vonden met een omvang van in totaal € 34.980,00. Op de vraag van de verbalisanten wat de herkomst van dit geld is, antwoordt verdachte onder meer het volgende.
“
Dit geld is afkomstig van door mij met anderen gepleegde fraude. (…) Met “via fraude verkregen” bedoel ik verkregen bankgegevens middels phishing, maar ook via medewerkers van bijvoorbeeld een bedrijf. Ik bedoel daarmee fraude via postbodes. Postbodes die dus plat zijn en een paar honderd euro willen verdienen. Postbodes die hun post dus afgegeven. Er wordt dan naar bijvoorbeeld creditcards die wij via fraude hebben aangevraagd gezocht, maar ook gebeurt het dat de post van iemand wordt onderschept en zoveel als mogelijk gegevens van diegene worden verzameld om na een aantal weken, ja zelfs een aantal maanden, (bank) pasjes (frauduleus) aan te vragen en daar fraude mee te plegen. Dit gebeurt in het fraude werkveld waarbinnen ik zit. Ik doe dit niet zelf dus, dat wordt door anderen gedaan. Dat zou mij teveel tijd kosten. (…) Ik heb dus ook geld dat afkomstig is van een debitcard gestort op de rekening van Fly Moments. Zodoende komt u aan dat bedrag van 34.980,- euro.”
De verbalisanten houden verdachte voor dat na 7 september ten gunste van de rekening van Fly Moments bijboekingen plaatsvinden ten laste van particuliere rekeninghouders met een omvang van in totaal € 21.400,00. Op de vraag hoe dit kan terwijl het bedrijf al was uitgeschreven uit de kamer van koophandel, antwoordt verdachte als volgt.
“Dat klopt. De rekening gebruikte ik gewoon. De bank had mij niet geblokkeerd en zodoende bleef ik gewoon gebruik maken van deze rekening.”
Nadat door verbalisanten aan verdachte een overzicht van overboekingen op de bankrekening van Fly Moments is voorgehouden met onder meer overboekingen ten laste van bankrekeningen van onder meer [slachtoffer G.] , [slachtoffer D.] , [slachtoffer I.] , [slachtoffer A.] en [slachtoffer C.] antwoordt verdachte onder meer als volgt.
“
De namen op dit rekeningoverzicht ken ik niet. Wat ik wel weet is dat dit geld via “ [M.O.] ” op die rekening terecht is gekomen. (…)Van die 21.400,- heb ik uiteindelijk ongeveer 15.000,- mogen houden van [M.O.] . Dat gebruikte ik om boetes te betalen, die door anderen met mijn auto waren gemaakt, waaronder [M.O.] .”
Het proces-verbaal waarin het verhoor schriftelijk is vastgelegd, bestaat uit vijf pagina’s. Alle pagina’s zijn ondertekend. Op pagina vijf staat het volgende vermeld: “Nadat de verdachte zijn verklaring had doorgelezen, verklaarde hij daarin te volharden en ondertekende deze.” Hierboven, bij de naam van verdachte, is een handtekening gezet, die overeenkomt met de op alle pagina’s van het proces-verbaal aangebrachte handtekening.
Verdachte is op 11 november 2014, omstreeks 14:20 uur, voor de vierde maal verhoord. Nadat door verbalisanten aan verdachte een overzicht is getoond met verschillende stortingen met een totaalbedrag van € 35.035 op de bankrekening van Fly Moments antwoorde verdachte als volgt.
“
Ik heb u vanmorgen verteld over andere contante stortingen op de rekening van Fly Moments. De stortingen die u nu noemt zijn op dezelfde wijze gedaan. Ik kan hier niets aan toevoegen. Ik verwijs u naar mijn verklaring van vanmorgen.”
Nadat door verbalisanten aan verdachte een overzicht is getoond met verschillende stortingen met een totaalbedrag van € 54.470,60 op de privé bankrekening van verdachte, antwoorde verdachte als volgt.
“
Ik heb u vanmorgen verteld over andere contante stortingen op de rekening van Fly Moments. De stortingen die u nu noemt zijn op dezelfde wijze gedaan. Ik kan hier niets aan toevoegen. Ik verwijs u naar mijn verklaring van vanmorgen.”
Het proces-verbaal waarin het verhoor schriftelijk is vastgelegd, bestaat uit zes pagina’s. Alle pagina’s zijn ondertekend. Op pagina zes staat het volgende vermeld: “Nadat de verdachte zijn verklaring had doorgelezen, verklaarde hij daarin te volharden en ondertekende deze.” Hierboven, bij de naam van verdachte, is een handtekening gezet, die overeenkomt met de op alle pagina’s van het proces-verbaal aangebrachte handtekening.
Verdachte is op 12 november 2014, omstreeks 10:20 uur, voor de vijfde maal verhoord.
Verdachte verklaarde toen onder meer als volgt.
“
Ik ben geen klant van de Triodos bank. De enige banken waar ik klant van ben zijn de ABNAmro bank en de ING bank.”
De verbalisanten houden vervolgens aan verdachte voor dat er tijdens de doorzoeking een Triodos randomreader is aangetroffen. Op hun vraag om dat uit te leggen antwoordde verdachte als volgt.
“
Ja, die had ik nodig om in te loggen op het account, waar ik fraude mee pleegde. Ik keek dan naar het saldo om zo het overzicht te houden wat de stand van zaken was. Ik zal u nu uitleggen hoe een en ander in zijn werk ging. Je krijgt het desbetreffende pasje dat van een katvanger afkomstig is. Met dat pasje kan je internetbankieren.
Daar hoort een randomreader bij met een unieke code die de katvanger heeft verzonnen. Die unieke code staat hij af aan mij. Met die randomreader kan je ook inloggen op een internetbankieren app. Met die app kan de persoon die het geld verstuurt overzicht houden wanneer het geld erop komt en wat eraf gaat. De persoon die de randomreader heeft is verantwoordelijk als er geld zou verdwijnen. Je bent dan verantwoordelijk om geld te vergoeden aan de persoon die het geld heeft overgemaakt, mocht er geld verdwijnen.(…)
U moet wel begrijpen dat er geen echte loyaliteit is binnen de groep personen waarmee ik fraude pleeg. Het is allemaal heel opportunistisch. Als we iemand kunnen gebruiken doen we dat. Het is allemaal gewoon uit de hand gelopen. Ik ben eigenlijk begonnen met het plegen van dit soort fraude vanaf 2010. Nadat ik een tijdje had vastgezeten kwam ik op de dag dat ik vrij kwam in contact met een Nigeriaanse “fraude kopman” met de naam “Agoro” Die heeft mij wegwijs gemaakt in het plegen van dit soort oplichtingen. (…) Omdat het allemaal zo makkelijk ging met het verdienen van geld door oplichting, zoals creditcardfraude, ben ik er steeds meer ingegroeid en er in blijven hangen.”
De verbalisanten houden verdachte het volgende voor. “In de nacht van 25 op 26 maart 2014 wordt bij het Tango tankstation in Delft een bedrag van € 23,27 afgerekend met een valselijk aangevraagde creditcard. Aan deze creditcard is een rekening van een zogenaamde Money-Mule gekoppeld, zijnde Triodos rekeningnummer [rekeningnummer] . Op het moment van afrekenen staat bij het tankstation een Audi A2 voorzien van kenteken [kenteken] . Dit
kenteken staat vanaf 27 februari 2014 op naam van [voornaam verdachte] [achternaam verdachte] . Op genoemde Triodos-rekening wordt op 23 maart 2014 € 2.000,00 bijgeschreven en op 25 maart 2014 €500,00. Deze bedragen zijn afkomstig van de oorspronkelijke creditcardrekening. Naast de transactie bij de Tango Delft worden er op 25 en 26 maart 2014 zes geldopnames gedaan voor een totaalbedrag van €2.475,50.” Op hun vraag om dat uit te leggen antwoordde verdachte als volgt.
“
Ja, dat is dom van mij geweest. Ik herinner mij dat ik toen heb getankt met een valselijk verkregen creditcard. Ja, echt dom van mij, Had ik niet moeten doen. Ik ben degene geweest die toen bij Tango heeft getankt met de Audi met kenteken [kenteken] . Ik denk dat ik dat toen heb gedaan om die pas uit te proberen. Aan die geldopnames ben ik ook schuldig. Ik weet alleen niet meer of ik zelf degene ben geweest die deze geldopnames heeft gedaan of dat ik een ventje op straat 50 euro heb gegeven om dat geld voor mij op te nemen.”
Nadat verbalisanten aan verdachte hebben voorhouden dat zijn telefoon aanstraalt in de directe omgeving ten tijde van een geldopname met een gestolen bankpas antwoordt verdachte het volgende.
“Ja, ik heb dat voor zover ik mij herinner niet zelf gedaan, maar laten doen. Er zijn genoeg van die knulletjes die voor mij dat geld willen pinnen. Ik geef ze, afhankelijk van het bedrag dat ze moeten pinnen en hun gezeur aan mijn hoofd, 50 of 100 euro. Het ongeschreven straattarief is eigenlijk 25 euro per pasje als je een ander inschakelt om voor je te laten pinnen. Maar omdat ik een makkelijke jongen ben geef ik ze vaak meer. Dat geld gaat dan wel af van mijn tien procent die ik verdien aan het totale bedrag.”
Nadat verbalisanten aan verdachte de aangifte van ICS hebben voorgehouden antwoordt verdachte als volgt.
“
Zoals ik al eerder heb verklaard herinner ik mij wel dat ik getankt heb bij Tango enzovoort en dat ik die geldopnames heb laten doen. (…) Als ik geld heb opgenomen dat afkomstig is na wijziging van de rekening van de aangever zal dat best wel zo zijn. Ik heb meerdere van dit soort fraudes gepleegd, vandaar dat ik die namen en rekeningnummers niet weet.”
Het proces-verbaal waarin het verhoor schriftelijk is vastgelegd, bestaat uit acht pagina’s. Alle pagina’s zijn ondertekend. Op pagina acht staat het volgende vermeld: “Nadat de verdachte zijn verklaring had doorgelezen, verklaarde hij daarin te volharden en ondertekende deze.” Hierboven, bij de naam van verdachte, is een handtekening gezet, die overeenkomt met de op alle pagina’s van het proces-verbaal aangebrachte handtekening.
Verbalisanten [verbalisanten] hebben een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt – onder meer – inhoudende:
“
Door ons, verbalisanten, is elk antwoord dat door de verdachte werd gegeven voorgelezen en is aan de verdachte gevraagd of hij zich kon vinden hoe dit op papier stond. Daar waar hij woorden of zinnen veranderd wilde hebben is dit gelijk gebeurd en wederom voorgelezen, waarna werd overgaan naar de volgende vraag. Na elke getikte halve pagina werd deze vervolgens weer voorgelezen om nogmaals te checken of wij de verdachte goed hadden begrepen. Aan het einde van het desbetreffende verhoor werd de door de verdachte afgelegde verklaring uitgeprint en ter lezing aan hem voorgelegd. Wij, verbalisanten, zagen dat de verdachte bij alle uitgeprinte verhoren de tijd nam om deze door te lezen, soms weer een voorafgaande pagina doorlas, en daar wij hij dat nodig achtte op- of aanmerkingen maakte. Deze werden dan gelijk in het desbetreffende verhoor verwerkt. Door ons, verbalisanten, werd tevens gevraagd aan de verdachte of hij bereid was zijn verklaringen te ondertekenen, waarop wij hij bevestigend antwoordde. Na eventuele aanpassingen werd het desbetreffende verhoor dan wederom uitgeprint en ter lezing aan de verdachte voorgelegd. De veranderde woorden en/of zinnen werden daarbij door ons aangewezen. Ook dan nam hij de tijd, zo zagen wij, om zijn verklaring door te lezen. Wij zagen dat de verdachte bij het doorlezen van zijn verklaringen, regelmatig knikte en wij, verbalisanten, hoorden hem instemmend ‘murmelen’”
De rechtbank overweegt dat verdachte, anders dan de verdediging heeft betoogd, op punten zeer specifieke en concrete informatie heeft verstrekt tijdens zijn verhoren. Verdachte heeft deze informatie verstrekt gedurende vijf verhoren, verspreid over drie dagen. In latere verhoren heeft hij de informatie die hij in eerdere verhoren verstrekte, bevestigd en aangevuld. In zijn verklaringen maakt verdachte daarnaast een onderscheid tussen de door hem zelf verrichte handelingen – hij spreekt dan over ‘ik’ – en de handelingen die werden verricht door de groep van personen waartoe hij – naar eigen zeggen – behoorde, hij spreekt dan over ‘wij’. Verdachte heeft de processen-verbaal ondertekend en de verhorende verbalisanten hebben op ambtseed en ambtsbelofte geverbaliseerd dat verdachte uitgebreid in de gelegenheid is gesteld om zijn verklaringen na te lezen en te laten aanpassen voordat hij die ondertekende. Van die gelegenheid heeft hij ook gebruik gemaakt, alvorens de processen-verbaal te ondertekenen. De rechtbank heeft geen enkele aanleiding om aan de inhoud van dit proces-verbaal te twijfelen. In het licht van het voorgaande heeft verdachte geenszins aannemelijk gemaakt dat de door hem afgelegde verklaringen onjuist zijn weergegeven in de processen-verbaal. Dat verdachte meerdere vormen van fraude, inclusief zaken die niet ten laste zijn gelegd, heeft benoemd en ook zaken bespreekt waarvoor uiteindelijk geen andere aanwijzingen in het onderzoek naar voren zijn gekomen doet daar niet aan af. Zoals hierna nog per feit specifiek zal worden weergegeven worden deze verklaringen - voor zover van belang voor het de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten - ook ondersteund door ander bewijsmateriaal. De door de verdediging gevoerde verweren ten aanzien van deze verklaringen worden dan ook verworpen.
Bij de beoordeling van de aan verdachte ten laste gelegde feiten zal de rechtbank uitgaan van de juistheid van de verklaringen die verdachte heeft afgelegd tijdens de eerste vijf verhoren. Uit die verklaringen maakt de rechtbank op dat verdachte zich samen met anderen sinds 2010 heeft beziggehouden met fraude via zogenoemde “phishing”, creditcardfraude en het wijzigen van bankrekeningnummers, waarbij gebruik werd gemaakt van katvangers die door verdachte en anderen werden geronseld. Dit gegeven wordt als uitgangspunt gebruikt bij de beoordeling van de navolgende individuele feiten.
Algemene bewijsoverweging ten aanzien van het telefoonnummer van verdachte
Uit het dossier volgt dat verdachte de feitelijke gebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer] .Hij leende de telefoon enkel uit als hij er zelf bij was.De verdediging heeft herhaaldelijk aangevoerd dat er twee simkaarten van voornoemd telefoonnummer zijn uitgegeven en dat de simkaart met het telefoonnummer van verdachte nog steeds in gebruik is. Als het telefoonnummer van verdachte dus ergens een zendmast aanstraalt, kan niet worden gezegd dat verdachte daar op dat moment in de buurt is, aldus de verdediging. Uit het proces-verbaal van bevindingen van bevindingen d.d. 25 maart 2015 volgt dat de politie onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheid van een tweede simkaart. Hieruit volgt dat zes simkaarten voor voormeld nummer zijn aangevraagd. De politie heeft navraag gedaan bij T-mobile en zij gaven aan het hier steeds om een
vervangendesimkaart is gegaan en dat op het moment van uitgifte van een nieuwe kaart het oude simkaartnummer door T-mobile is geblokkeerd. Daaruit volgt dat het zeer onwaarschijnlijk is dat in de beschreven periode twee simkaarten tegelijkertijd actief zijn geweest. Gelet hierop verwerpt de rechtbank het verweer van de verdediging.
Zaaksdossier Fly Moments
Vanaf 1 september 2011 tot en met 7 september 2012 stond in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder de handelsnaam ‘Fly Moments’ een eenmanszaak ten name van verdachte ingeschreven.
[slachtoffer A.] heeft op 11 augustus 2013 aangifte gedaan van fraude met zijn bankrekening met nummer [rekeningnummer] . In de periode van 29 juni 2013 tot en met 4 juli 2014 is € 3.450 overgeschreven naar de bankrekening van Fly Moments.[slachtoffer C.] heeft op 17 oktober 2013 aangifte gedaan van diefstal van haar damestas met daarin haar bankpas en identiteitsbewijs rond 18 juli 2013.[slachtoffer D.] heeft op 21 december 2013 aangifte gedaan van oplichting. Hij heeft verklaard dat hij zijn bankpas met pincode heeft afgegeven aan [persoon B.] en dat hij in ruil daarvoor € 1.000 heeft gekregen. Op zijn naam is valselijk een studentenlimiet aangevraagd ter hoogte van € 5.000 waarna € 4.500 is overgemaakt naar bankrekening [rekeningnummer] ten name van FlyMoments.[slachtoffer G.] heeft op 22 november 2013 aangifte gedaan van onder meer verduistering en valsheid in geschrift. Zij heeft haar bankpas en pincode gegeven aan ene [persoon C.] en vervolgens is zonder haar medeweten, op haar naam een studentenkrediet van € 5.000 aangevraagd. Er is op 13 november 2013 € 2.750 overgemaakt naar de bankrekening van Fly Moments.[slachtoffer I.] heeft op 21 maart 2014 aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift. Zij verklaarde dat haar bankpas en paspoort waren weggenomen en dat een studentenlimiet van € 5.000 met haar bankrekening met nummer [rekeningnummer] was aangevraagd. Op 13 januari 2014 is € 3.000 overgeboekt naar de bankrekening van Fly Moments zonder medeweten van [slachtoffer I.] .
Op de bankrekening met nummer [rekeningnummer] , ten name van [voorletters] [achternaam verdachte] h/o Fly Moments, zijn op de volgende data, de volgende bedragen bijgeschreven en afgeschreven:
- op 29 juni 2013 en 30 juni 2013 ten laste van bankrekening [rekeningnummer] ten name van [slachtoffer A.] , vier bijboekingen van in totaal € 3.450,00;
- op 29 juni 2013 en 30 juni 2013 wordt € 3.420 contant opgenomen;
- op 1 augustus 2013 ten laste van bankrekening [rekeningnummer] ten name van [slachtoffer C.] één bijboeking van € 2.500,00;
- op 1 augustus 2013 wordt € 600 overgemaakt naar [bekende van verdachte] en op 5 augustus 2013 wordt € 1.890 overgemaakt naar de privé rekening van verdachte;
- op 12 september 2013 ten laste van bankrekening 58.84.18.730 ten name van [slachtoffer D.] twee bijboekingen van in totaal € 4.500,00;
- op 12 september 2013 worden betalingen, overboekingen en een contante opname gedaan van in totaal € 4.368,17;
- op 13 november 2013 ten laste van bankrekening [rekeningnummer] ten name van [slachtoffer G.] één bijboeking van € 2.750,00;
- op 13 november 2013 wordt € 2.630 overgemaakt naar de privérekening van verdachte;
- op 13 januari 2014 ten laste van bankrekening [rekeningnummer] ten name van [slachtoffer I.] één bijboeking van € 3.000,00;
- in de periode van 13 januari 2014 tot en met 16 januari wordt € 2.994,67 afgeschreven waaronder een bedrag van € 1.800 naar de privérekening van verdachte.
Uit niets blijkt dat bovengemelde personen toestemming hebben gegeven dat geld dat hen toebehoorde, mocht worden overgeschreven naar de bankrekening van Fly Moments. Uit het feit dat zij aangifte hebben gedaan volgt het tegendeel. Voor zover door enkelen van hen toestemming zou zijn gegeven om hun bankpas en bankrekeningnummer te gebruiken, derhalve als katvanger op te treden, volgt hieruit niet dat zij
daarmeeook de toestemming hebben gegeven dat hun eigen geld werd overgemaakt naar Fly Moments. Aldus stelt de rechtbank vast dat sprake is van wederrechtelijk wegnemen van deze bedragen. Uit het voorgaande volgt dat vaak op dezelfde dag of binnen enkele dagen nadat de geldbedragen op de bankrekening van Fly Moments waren overgeschreven, deze geldbedragen nagenoeg geheel afgeschreven werden voornamelijk middels contante opnames en overboekingen naar de privérekening van verdachte. Blijkens de verklaring van verdachte was hij de enige die kon beschikken over de gelden van de bankrekening van Fly Moments en hieruit leidt de rechtbank af dat door of namens verdachte deze bedragen van de rekening van Fly Moments zijn afgehaald.
Ten aanzien van voornoemde personen en [slachtoffer B.] , [slachtoffer D.] en [slachtoffer E.] geldt dat er zonder hun toestemming geldbedragen van hun bankrekeningen zijn afgeschreven. Deze gelden zijn evenwel niet direct ten gunste gekomen van de bankrekening van FlyMoments. De rechtbank is – anders dan de officier van justitie - van oordeel dat in het dossier onvoldoende bewijs voorhanden is voor verdachtes betrokkenheid bij deze specifieke bedragen. De rechtbank zal verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging vrijspreken.
Van [slachtoffer F.] en [slachtoffer S.] zijn in het dossier geen aangiften aangetroffen zodat het wederrechtelijke karakter van de overschrijvingen ten laste hun bankrekening niet kan worden vastgesteld. Alhoewel, gezien het feit dat Fly Moments toen al niet meer bestond, er wel vraagtekens zijn te zetten bij de door hen overgeschreven bedragen, is dat onvoldoende voor het wettig en overtuigend bewijs dat deze bedragen ook daadwerkelijk wederrechtelijk zijn weggenomen. Ook van deze onderdelen van de tenlastelegging zal de rechtbank verdachte vrijspreken. Voorts blijkt uit het dossier niet dat verdachte deze bedragen heeft weggenomen door middel van een valse sleutel (zoals valse bankpassen). Ook van dit onderdeel van de tenlastelegging wordt verdachte vrijgesproken.
Medeplegen
Zoals hiervoor is weergegeven, heeft verdachte verklaard dat hij zich sinds 2010 schuldig heeft gemaakt aan fraude en dat hij deel uitmaakte van een ‘fraudeclubje’. De leden van dit fraudeclubje waarvan verdachte - behalve [M.O.] ‘ [M.] ’- geen namen wilde noemen legden zich toe op verschillende soorten van fraude. Zij ronselden samen katvangers. Het kwam er volgens verdachte op neer dat als zij iemand konden misbruiken, dat zij dat dan deden. Blijkens verdachtes verklaring hadden de verschillende leden van het ‘fraudeclubje’, verschillende rollen en taken. Zo was er iemand die websites namaakte van onder meer ICS en American Express. Deze persoon verzorgde ook de ‘phishing’ mails. [M.O.] ‘ [M.] ’ fungeerde als tussenpersoon tussen voornoemde persoon en verdachte. Verdachte was de hoofdontvanger van bankpassen behorende bij bankrekeningen van de katvangers. Er zaten nog een of twee personen tussen hem en de uiteindelijke rekeninghouders. Ook was het de taak van verdachte om het binnenkomende geld te verdelen. [M.O.] ‘ [M.] ’ en de websitebouwer kregen hun aandeel en de katvangers en de tussenpersonen kregen hun deel. Gelet op de taakverdeling was verdachte niet bij elk specifieke aspect van de fraude zelf direct betrokken. Hij wist evenwel overal van, kreeg een seintje wanneer er geld op de bankrekening stond, waarna hij het er af kon halen en deelde mee in de opbrengst. Uit de aangiftes van [slachtoffer D.] en [slachtoffer G.] volgt dat in deze zaak - onder meer - gebruik is gemaakt van [persoon B.] en [persoon C.] . In de telefoon van verdachte is een nummer aangetroffen met de naam [persoon B.] en telefoonnummer [telefoonnummer] .Dit nummer behoort bij [persoon B.] .Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen bij het stelen van de geldbedragen van de rekeningen van bovengenoemde personen.
Conclusie ten aanzien van zaaksdossier Fly Moments
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich tezamen en in vereniging meermalen schuldig heeft gemaakt aan diefstal ter hoogte van een bedrag van € 16.200.
Zaaksdossier 9 Iphones
Op 26 november 2014 is namens International Card Services (ICS) aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift ten aanzien van hun cliënt: [slachtoffer L.] . [slachtoffer L.] verklaarde dat hij heeft gereageerd op een ‘phishingmail’, dat hij zijn gegevens op een ‘webportal’ heeft ingevuld, dat hij geen adreswijziging naar Den Haag heeft doorgegeven, dat hij geen ‘upgrade’ naar een MasterCard Gold heeft aangevraagd, geen MasterCard Gold met nummer [rekeningnummer] heeft ontvangen en daarmee geen transacties heeft gedaan. Uit nader onderzoek bleek onder meer dat het adres van dit account is gewijzigd naar [adres] te Den Haag en dat het account is gewijzigd van Classic naar Gold.
Op 31 oktober 2014 wordt tussen 16:04 uur en 21:53 uur ten laste van deze creditcard € 8.444 uitgegeven. Uit onderzoek naar waar deze uitgaven zijn gedaan en de plaatsen waar het telefoonnummer ( [telefoonnummer] ) van verdachte ten tijde van deze uitgaven zendmasten aanstraalt, blijkt het volgende.Er zijn twaalf transacties gedaan waarvan de eerste een betaling van € 2,- bij een parkeergarage betreft. Van dit tijdstip zijn geen gegevens van het telefoonnummer van verdachte beschikbaar. Vervolgens worden twee transacties bij electronicazaken in Den Haag en vijf transacties in electronicazaken in Rotterdam gedaan. Verdachtes telefoonnummer straalt ten tijde van elke aankoop zendmasten in de directe omgeving aan. Vervolgens worden contante opnames in Rotterdam gedaan waarvan geen gegevens van de telefoon van verdachte beschikbaar zijn. Ten slotte wordt getracht om bij een Shell pompstation te Dordrecht een transactie van € 400 te doen. Verdachtes telefoonnummer straalt ten tijde van deze poging tot transactie een zendmast in de directe omgeving aan.
Op 15 januari 2015 is namens American Express aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift ten aanzien van hun cliënt [slachtoffer J.] . [slachtoffer J.] had accountnummer [accountnummer] met daaraan gekoppeld een creditcard met hetzelfde nummer. Zonder dat [slachtoffer J.] wist dat haar inloggegevens werden gewijzigd. Vervolgens werd, zonder dat zij noch haar zoon [zoon] daarvan op de hoogte waren, een creditcard op naam van
[zoon] aangevraagd en met nummer [accountnummer] afgegeven. Ten laste van het account van [slachtoffer J.] zijn met deze creditcard goederen gekocht met een totale waarde van € 5.118,35. Onder meer is op 17 oktober 2014 om 20.32 uur een aankoop gedaan van
€ 699 in de Amac, gevestigd aan de Lijnbaan te Rotterdam.
Op 9 februari 2015 is namens American Express aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift ten aanzien van [slachtoffer K.] , [adres] te Amsterdam. Uit onderzoek van American Express bleken bovenstaande persoonsgegevens niet te bestaan. Op 5 november 2014 werden ten last van deze creditcard goederen voor in totaal € 1.589 gekocht in onder meer de Media Markt en de Amac.
Op 10 november 2014 is de woning van verdachte en de bij verdachte in gebruik zijnde auto, een Citroen Xara met kenteken [kenteken] , doorzocht. In het handschoenenkastje van deze auto werd een kassabon inclusief pinbon aangetroffen van de aankoop door [zoon] met een American Express pas eindigend op -2019 van een Iphone 6 ter waarde van € 699 op 17 oktober 2014 om 20.31 uur bij de Amac aan de Lijnbaan te Rotterdam. Het telefoonnummer van verdachte is getapt en uit de tapverslagen blijkt dat verdachte op 17 oktober 2014 om 20.20 uur werd gebeld en dat verdachte zei dat ze binnen zijn. De telefoon van verdachte straalde op dat moment een zendmast in de nabijheid van de Lijnbaan in Rotterdam aan.In de telefoon van verdachte werd een afbeelding van een brief aangetroffen van American Express op naam van [voorletters] [zoon] .
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte, gelegen aan de [adres] te Delft, zijn vier Iphones, nieuw in de verpakking, met aankoopbon aangetroffen. Uit de aankoopbonnen blijkt dat op 31 oktober 2014 om 18.18 uur een Iphone 6 ter waarde van
€ 699,- en om 19.26 uur twee Iphones 6 met een gezamenlijke waarde van € 1.398,- zijn betaald middels een Mastercard eindigend op -4884 (hetgeen de laatste nummers betreft van de creditcard op naam van G. [slachtoffer L.] ) bij Amac aan de Lijnbaan te Rotterdam. De andere Iphone 6 is op 6 november 2014 om 17.01 uur aangeschaft voor € 699,- middels een creditcard eindigend op -1000 bij de Amac gevestigd aan de Lijnbaan te Rotterdam.Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is ook de creditcard ten name van [slachtoffer K.] in beslag genomen met nummer [accountnummer]
Voornoemde Iphones zijn aangeschaft door middel van extra creditcards die niet door de houders van de rekeningen waren aangevraagd en met een creditcard op een niet bestaande naam. De rekeningen behorende bij de creditcards konden niet met deze bedragen worden belast zodat deze bedragen aldus zijn weggenomen van ICS en American Express. Ten aanzien van de rol van verdachte hierbij overweegt de rechtbank als volgt. Vier van de Iphones zijn bij verdachte thuis aangetroffen. Bovendien straalde de telefoon van verdachte ten tijde van de aanschaf van drie van deze aangetroffen Iphones zendmasten aan in de directe omgeving van de locatie waar de Iphones werden aangeschaft en verdachte had één van de creditcards in zijn bezit. Bovendien werd één van de kassabonnen in het handschoenenkastje van zijn auto gevonden. Ten aanzien van de aankopen ten laste van de creditcard van [slachtoffer L.] straalt het telefoonnummer van verdachte vrijwel vanaf het begin van de aankopen tot aan de laatste poging tot betaling met die creditcard, zendmasten in de directe omgeving aan. In het licht hiervan en in het licht van verdachtes bekennende verklaringen ten aanzien van de fraude in het algemeen, acht de rechtbank het volstrekt onaannemelijk dat verdachte de bij hem aangetroffen Iphones heeft gekregen als onderpand voor een nog in te lossen schuld van ‘ [M.] ’. De rechtbank acht gelet op het voorgaande en op hetgeen de rechtbank hiervoor ten aanzien van medeplegen heeft overwogen, bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging transacties heeft verricht met de creditcards op naam van [zoon] (op het account van [slachtoffer J.] ), [slachtoffer K.] en [slachtoffer L.] .
Conclusie ten aanzien van zaaksdossier Iphones
Voor wat betreft de motivering ten aanzien van het medeplegen verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hiervoor daaromtrent heeft overwogen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte tezamen en in vereniging meermalen transacties heeft verricht met de creditcards op naam van [zoon] (op het account van [slachtoffer J.] ), [slachtoffer K.] en [slachtoffer L.] en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan diefstal ter hoogte van een bedrag van € 15.151,45 . Gezien bovengenoemde werkwijze is sprake van diefstal met valse sleutels ten aanzien van creditcardaccounts op naam van [slachtoffer L.] , [slachtoffer J.] en [slachtoffer K.] .
Op 9 mei 2014 is namens ICS aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift ten aanzien van hun cliënt [slachtoffer M.] .Daarnaast is op 14 augustus 2014 namens ICS aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift ten aanzien van hun cliënten: [slachtoffer N.] , [slachtoffer O.] jr., [slachtoffer U.] , [slachtoffer Q.] , [slachtoffer R.] , [slachtoffer S.] en [slachtoffer T.] .In deze aangiften wordt het volgende vermeld: Ten aanzien van voornoemde cliënten zijn zogenoemde “formulieren wijziging bankrekening” naar ICS gestuurd. Op deze formulieren stonden bankrekeningnummers die niet toebehoorden aan de cliënten. Het gaat om de volgende formulieren:
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer M.] - [meisjesnaam] naar bankrekening [rekeningnummer] van 17 maart 2014;
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer N.] naar bankrekening [rekeningnummer] van 6 juli 2014;
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer O.] jr. naar bankrekening [rekeningnummer] van 2 april 2014;
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer U.] naar bankrekening [rekeningnummer] van 6 maart 2014;
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer Q.] naar bankrekening [rekeningnummer] van 18 maart 2014;
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer R.] naar bankrekening 925430420 van 22 mei 2014;
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer S.] naar bankrekening [rekeningnummer] ;
- formulier wijziging bankrekening ten aanzien van [slachtoffer T.] naar bankrekening [rekeningnummer] van 28 oktober 2014.
Vervolgens heeft ICS ten aanzien van voornoemde creditcardhouders – met uitzondering van [slachtoffer U.] en [slachtoffer T.] waarbij het bij een poging is gebleven– in de periode van 23 maart 2014 tot en met 21 juli 2014 geldbedragen overgemaakt naar voornoemde gewijzigde rekeningnummers en heeft ICS daardoor schade geleden.De overboekingen en het inloggen op de ‘webportals’ van voornoemde cliënten gebeurde met de IP-adressen: [IP adressen][IP adressen] .
Deze IP-adressen waren te naam gesteld van de volgende personen:
- [bekende van verdachte] (IP-adres [IP adres]
- [moeder van contact verdachte] (IP-adres [IP adres] )
- [moeder van bekende van verdachte] (IP-adres [IP adres] )
IP-adres [IP adres] wordt gebruikt in hetzelfde wooncomplex als het aan [bekende van verdachte] afgegeven IP-adres [IP adres] .Verdachte en [bekende van verdachte] kennen elkaar van jongs af aan en verdachte en [bekende van verdachte] onderhielden via Whatsapp contact.[moeder van contact verdachte] is de moeder van [contact van verdachte] . [contact van verdachte] komt voor in de lijst van contacten in de telefoon van verdachte.[moeder van bekende van verdachte] is de moeder van [bekende van verdachte] .
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van creditcardhouders van ICS, te weten: [slachtoffer M.] , [slachtoffer N.] , [slachtoffer O.] jr., [slachtoffer Q.] , [slachtoffer R.] , [slachtoffer S.] en [slachtoffer T.] formulieren ‘wijziging banrekeningnummer’ valselijk zijn opgemaakt waarna de bankrekeningnummers zijn gewijzigd in bankrekeningnummers (zoals hiervoor weergegeven) die niet toebehoorden aan voornoemde personen (feit 2). Vervolgens is ICS bewogen ten aanzien van de creditcardhouders [slachtoffer M.] [slachtoffer N.] , [slachtoffer O.] jr., [slachtoffer Q.] , [slachtoffer R.] en [slachtoffer S.] en [slachtoffer T.] om gelden over te boeken naar deze gewijzigde bankrekeningen (feit 3).
Betrokkenheid verdachte en medeplegen
De rechtbank heeft onder feit 1 overwogen dat verdachte nauw en bewust met anderen heeft samengewerkt om te frauderen met bankgegevens. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij daaromtrent heeft overwogen. Verdachte heeft verder verklaard dat het ‘fraudeclubje’ waar hij toe behoorde zich bezighield met ‘phishing’, waarbij verdachte specifiek heeft uitgelegd hoe deze fraude in zijn werk ging. Er werd via de mail een link gestuurd naar een nep website van ICS waarop werd verzocht om gegevens in te vullen. Vervolgens werd door middel van het wijzigingsformulier het bankrekeningnummer gewijzigd naar een bankrekeningnummer van iemand die zij hadden geronseld. Verdachte was er verantwoordelijk voor om zoveel mogelijk bankrekeningnummers te verzamelen die gebruikt werden om te koppelen aan de creditcard accounts. In bovengenoemde gevallen zijn de bankrekeningnummers op deze wijze gewijzigd. Uit verdachtes verklaring leidt de rechtbank af dat verdachtes rol hierbij met name was het aanleveren van de bankrekeningnummers die op de wijzigingsformulieren werden ingevuld. Deze verklaring van verdachte wordt ondersteund door de aanwezigheid van veel identifiers van verschillende banken waaronder banken behorende bij voormelde bankrekeningnummers. In onderhavige zaak is, gelet op voormelde bevindingen omtrent de IP-adressen, samengewerkt met [bekende van verdachte] en [contact van verdachte] .
Verdachtes betrokkenheid bij onderhavige feiten blijkt verder uit de verklaring van verdachte van 12 november 2014, zoals hiervoor is weergegeven. Verdachte verklaarde toen dat hij geld contant heeft opgenomen en gepind van een bankrekening waarnaartoe gelden waren overgeschreven afkomstig van [slachtoffer M.] . Zijn betrokkenheid blijkt voorts uit het feit dat bankpassen van een aantal van de rekeningnummers bij verdachte thuis is aangetroffen (ZD6 en ZD 2).Bovendien wordt in één van de zaken (ZD7) in de telefoon van verdachte een welkomstbericht van ICS aangetroffen op naam van [W.] , welke naam bij het gewijzigde bankrekeningnummer hoorde.Daarnaast komt een andere naam gekoppeld aan een bankrekeningnummer (ZD3) voor in de telefoon van verdachte.
Gelet op bovenstaande stelt de rechtbank vast dat verdachte een belangrijke rol vervulde bij de valsheid in geschrift en de oplichting. Dat betekent dat verdachte nauw en bewust met anderen heeft samengewerkt om valselijk aan creditcardaccounts gekoppelde bankrekeningen te wijzigen door wijzigingsformulieren in te vullen en naar ICS op te sturen (feit 2) om vervolgens ICS op te lichten (feit 3).
Bij ingebruikneming op 27 december 2011 van de bankrekening met nummer [rekeningnummer] tenaamgesteld van [voorletters] [achternaam verdachte] h/o Fly Moments, bedroeg het saldo € 0,00. Ten tijde van opheffing van voornoemde bankrekening op 1 juli 2014 bedroeg het saldo € 0,00. In de tussenliggende periode is een bedrag van € 62.678,06 bijgeschreven en afgeschreven van deze bankrekening. Van dit bedrag werd € 35.035,00, in de periode van 3 mei 2012 tot en met 16 januari 2014, contant gestort en kon geen legale herkomst worden vastgesteld. Er werd € 21.400 overgeboekt van andere bankrekeningen naar deze bankrekening
nadatde eenmanszaak Fly Moments was opgeheven.Op 20 december 2010 bedroeg het saldo van de bankrekening met nummer [rekeningnummer] tenaamgesteld van [voorletters] [achternaam verdachte] € 96,70. Op 7 augustus 2014 bedroeg het saldo - € 503,72. In de tussenliggende periode is een bedrag van € 143.745,20 bijgeschreven en er werd € 144.345,62 afgeschreven van deze bankrekening. Van dit bedrag werd € 54.470,60, in de periode van 9 februari 2011 tot en met 7 april 2014 contant gestort.Verdachte heeft tijdens zijn verhoor op 11 november 2014 – zoals hiervoor is weergegeven – verklaard dat de contante stortingen ter hoogte van € 35.035,00 respectievelijk € 54.470,60 op de bankrekening van FlyMoments en zijn privé rekening afkomstig waren van fraude. Tijdens het verhoor van verdachte op 10 november 2014 – zoals hiervoor is weergegeven – heeft verdachte verklaard dat niemand anders dan hijzelf beschikking had over de bankrekening van FlyMoments en zijn eigen privérekening.
Zoals hiervoor al weergegeven, is in de auto die door verdachte werd gebruikt, een aankoopbon aangetroffen van de aankoop door [zoon] met een American Express pas eindigend op -2019 van een Iphone 6 ter waarde van € 699 op 17 oktober 2014 om 20.31 uur bij de Amac aan de Lijnbaan te Rotterdam.Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte zijn vier Iphones 6 nieuw in de verpakking aangetroffen. Deze Iphones, ter waarde van € 699 per stuk zijn aangeschaft op 31 oktober 2014 en 6 november 2014 met creditcards van [slachtoffer L.] en [slachtoffer K.] .
Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen acht zij bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal (feit 1), valsheid in geschrift (feit 2) en oplichting (feit 3). Daarbij acht de rechtbank ten aanzien van feit 1 bewezen dat verdachte met uit diefstal afkomstige gelden telefoons heeft aangeschaft met een totaalbedrag van € 3.495. Ten aanzien van feit 1 acht de rechtbank bewezen dat een bedrag ter hoogte van € 16.200, – afkomstig uit diefstal – is overgemaakt naar de bankrekening van FlyMoments.
De rechtbank overweegt dat uit het voorgaande volgt dat op 1 juli 2014 en 7 augustus 2014 er geen positief saldo aanwezig was op voornoemde bankrekeningen. Uit het dossier is niet gebleken dat verdachte geld heeft overgemaakt naar de bankrekening van Strictly Family Business, dan wel contant geld heeft gestort op die bankrekening dat niet afkomstig was uit bedrijfsactiviteiten zoals de rechtbank later in dit vonnis zal toelichten. Ook anderszins is niet gebleken dat verdachte beschikte over andere bankrekeningen noch zijn er bij hem contante bedragen aangetroffen. Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte € 16.200, € 35.035 en € 54.47,60 afkomstig uit eigen misdrijf op zijn bankrekeningen heeft gestort en vervolgens heeft overgedragen dan wel omgezet door het over te schrijven naar andere – niet aan verdachte – ter beschikking staande bankrekeningen, dan wel contant op te nemen en kennelijk uit te geven, dan wel om te zetten. Voor de bij verdachte aangetroffen Iphones ter waarde € 3.495 geldt dat hij deze heeft aangeschaft, dan wel heeft laten aanschaffen met gelden afkomstig uit eigen misdrijf. Hij heeft daarmee de werkelijke herkomst van het geld verhuld en dit bedrag witgewassen.
Naast deze bedragen zijn onder feit 4 nog andere bedragen ten laste gelegd. Ten aanzien van de onder het eerste en tweede gedachtestreepje ten laste gelegde bedragen (€ 26.990 en € 15.151 minus € 3.495 dat ziet op de Iphones) overweegt de rechtbank het volgende. Deze bedragen zien op diefstal en oplichting waarbij de gelden afkomstig waren van bankrekeningen van derden. De rechtbank kan niet uitsluiten dat verdachte deze gelden contant heeft gestort op zijn eigen bankrekeningen. Immers, verdachte heeft verklaard dat de contante stortingen op zijn bankrekeningen afkomstig waren van fraude. Om dubbeltellingen te voorkomen zal de rechtbank verdachte van deze onderdelen vrijspreken.
Ten aanzien van het onder het zesde gedachtestreepje ten laste gelegde bedrag van € 6.150 overweegt de rechtbank dat dit ziet op bedragen middels contante stortingen zijn bijgeschreven ten aanzien van Strictly Family Business in de periode van 7 januari 2014 tot en met 28 juli 2014.
Gelet op de door de rechtbank bewezen geachte feiten mag van verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor de herkomst van de gestorte gelden (vgl. onder meer Hoge Raad 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0787). Verdachte heeft tijdens zijn verhoor op 11 november 2014 verklaard dat de contante stortingen op de bankrekening van Strictly Family business als volgt kunnen worden verklaard. Als manager van de rapgroep regelde hij optredens en verkocht hij kleding. De betalingen geschieden vaak contant en hij heeft deze inkomsten op de bankrekening van Strictly Family Busines gestort. Ten aanzien van deze verschillende stortingen heeft verdachte specifiek aangegeven bij welke clubs Strictly Family Business heeft opgetreden en welke bedragen zij daar voor betaald kregen. Het overgrote gedeelte van stortingen zag op inkomsten uit optredens.
De verklaringen van verdachte over de optredens en de kledingverkoop zijn naar het oordeel van de rechtbank verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Gelet op vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het Openbaar Ministerie in een dergelijk geval gehouden om die verklaringen nader te onderzoeken. Een dergelijk nader onderzoek is echter niet verricht. De rechtbank zal de officier van justitie niet alsnog in de gelegenheid stellen om onderzoek te verrichten, nu verdachte de verklaring over de optredens en de kleding in november 2014 heeft afgelegd en de bevindingen ten aanzien van de stortingen in augustus 2014 bekend waren. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde witwassen, voor zover dit betrekking heeft op de contante stortingen ter hoogte van € 6.150.