Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 9 mei 2014, met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 10;
- het tussenvonnis van 13 augustus 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met productie 8;
- de brief van mr. Van Lent van 9 januari 2015, met productie 11;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 januari 2015.
2.De feiten
3.Het geschil
768,=(2 punten × tarief € 384,=)
192,=(1 punt × factor 0,5 × tarief € 384,=)