Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 24 juni 2015 in de zaak tussen
[eiser] te [plaats] , eiser
de minister van Defensie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
”(…) Alleen scoren indien duidelijk uit eerdere verslaglegging blijkt dat voor dit probleem specifieke behandeling/hulp is gezocht bij een professioneel deskundige”. Eiser kan zich daarin in het geheel niet vinden. Op hem is een score in klasse 2 van toepassing. De seksuele disfunctie is als zodanig ook onderkend. Eiser vraagt zich af in hoeverre gesteld kan worden dat geen behandeling heeft plaatsgevonden. Eiser stelt dat het duidelijk is dat wel degelijk is gesproken over zijn seksuele disfunctie. Op geen enkele wijze mag gesteld worden dat eerst een recept van de uroloog dient voor te liggen, waarbij de wijze van (dis)functioneren van de seksuele functie vervolgens daaraan gerelateerd kan worden. Eiser heeft aangegeven dat geen sprake is van acceptatie, maar veeleer dat hij zich uit wanhoop daarbij heeft neergelegd, omdat in deze situatie - die al zo lang bestaat- niet veel verbetering meer te verwachten valt.
“Ook met zijn vrouw heeft hij een redelijk goede verstandhouding. Hij kan bij stress nog wel eens korzelig reageren, zodat er dagelijks nog wel irritaties en spanningen zijn. Maar kunnen het nu bepraten. Vorig jaar is het nog eenmaal tot een escalatie gekomen. Echtgenote probeert betrokkene te ontzien als zij merkt dat hij niet goed in zijn vel zit. Heeft nu ook meer begrip voor zijn toestand sinds de communicatie is verbeterd. Betrokkenes libido is minimaal. Echtelieden hebben dit geaccepteerd. Geen gebruik van psychofarmaca. Er is in therapie wel over gesproken, maar het betreft geen specifiek aandachtspunt. En met de maatschappelijk werker is binnen relatietherapie meer over de onderlinge gedragspatronen gesproken”.
Beslissing
wordt vastgesteld op 21,25%;