ECLI:NL:RBDHA:2015:7092
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Ghrib
- Rechtspraak.nl
Wob-verzoek tot openbaarmaking van ondersteuningsverklaringen voor gemeenteraadsverkiezingen en misbruik van procesrecht
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Westland, een Wob-verzoek ingediend om openbaarmaking van de kandidatenlijsten en ondersteuningsverklaringen van de Nederlandse Volks-Unie voor de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. Het college van burgemeester en wethouders van Westland heeft dit verzoek afgewezen, waarna eiser bezwaar heeft gemaakt. Het bezwaar werd ongegrond verklaard, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 20 mei 2015 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de burgemeester het bevoegde bestuursorgaan was en dat er geen sprake was van een herhaald Wob-verzoek. Eiser stelde ook dat er geen belangenafweging was gemaakt tussen de persoonlijke levenssfeer en het algemeen belang van openbaarmaking.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. De rechtbank concludeerde dat eiser misbruik van procesrecht heeft gemaakt, gezien de gang van zaken rondom zijn Wob-verzoeken. De rechtbank merkte op dat de gemachtigde van eiser eerder een soortgelijke procedure had gevolgd en had moeten weten dat het Wob-verzoek aan het verkeerde bestuursorgaan was gericht. De rechtbank veroordeelde eiser in de proceskosten tot een bedrag van € 980,-. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 22 juni 2015, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.