ECLI:NL:RBDHA:2015:6619

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 april 2015
Publicatiedatum
10 juni 2015
Zaaknummer
C-09-470383-HA ZA 14-879
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over wanprestatie en verantwoordelijkheidsverdeling bij meetbedrijf en grootverbruiker elektriciteit

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, staat een geschil centraal tussen Pontus Heattreatment B.V., een grootverbruiker van elektriciteit, en Imtech Nederland B.V. en Imtech Building Services B.V., die als meetbedrijf optreden. De zaak betreft de gevolgen van een niet doorgegeven wijziging in de omzetverhouding van de elektriciteitsinstallatie van Pontus, die door de netbeheerder had moeten worden doorgegeven. Pontus stelt dat Imtech wanprestatie heeft gepleegd door de oude omzetverhouding te blijven hanteren, wat heeft geleid tot een naheffing van € 175.163,95 door de netbeheerder en energieleverancier. Pontus vordert een schadevergoeding van € 281.683,44, vermeerderd met rente en proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de netbeheerder verantwoordelijk is voor het doorgeven van de gewijzigde omzetverhouding en dat Imtech niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank benadrukt dat Imtech geen invloed heeft op de omzetverhouding en dat Pontus, als grootverbruiker, op de hoogte had moeten zijn van de verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen. De vordering van Pontus wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van Imtech, begroot op € 7.829.

Het vonnis is uitgesproken op 1 april 2015 door mr. L. Alwin.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C09/470383 / HA ZA 14-879
Vonnis van 1 april 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PONTUS HEATTREATMENT B.V.,
gevestigd te Enschede,
eiseres,
advocaat mr. B.P.J.M.L. Vliexs,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMTECH NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Den Haag,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMTECH BUILDING SERVICES B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
advocaat mr. C.M. van der Burg,
Eiseres wordt hierna aangeduid als “Pontus”, gedaagden tezamen als “Imtech c.s.” en ieder afzonderlijk als “Imtech Nederland” en “Imtech Building”.

1.De procedure

1.1
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaardingen van 11 juli 2014 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 6 februari 2015 gehouden comparitie van partijen en de daarin genoemde stukken.
1.2
Tot slot is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Pontus is een warmtebehandelaar, ook wel ‘harderij’ genoemd. Zij verwarmt producten in grote vacuümovens, vaak tot zeer hoge temperaturen. Pontus is een zogenaamde ‘grootverbruiker’ van elektriciteit, die ieder kwartier haar elektriciteitsverbruik moet doorgeven aan de netbeheerder.
2.2
Pontus heeft een overeenkomst gesloten voor – kort gezegd en voor zover hier van belang – het meten en doorgeven van haar elektriciteitsverbruik met (een rechtsvoorganger van) Imtech Nederland of Imtech Building, eerst op of omstreeks 1 december 2002 en daarna op 1 juni 2006. Hierna wordt steeds gesproken van ‘de overeenkomst’ ter aanduiding van deze overeenkomsten en van ‘Imtech’ ter aanduiding van de (rechtsvoorgangers van) Imtech Nederland of Imtech Building.
2.3
In bijlage 1 bij de overeenkomst van 1 juni 2006 staat – voor zover hier van belang:

De gemeten energiestromen worden door het meetbedrijf naar de netbeheerder gestuurd, die aan de hand van de meetdata de transportkosten bepaald en de meetdata doorstuurt naar de enegieleverancier.”
2.4
De verantwoordelijkheden van de afnemer (Pontus), het meetbedrijf (Imtech), de netbeheerder en de energieleverancier worden in deze bijlage als volgt schematisch weergegeven:
2.5
De overeenkomst van 1 juni 2006 bevat (in de daarvan als bijlage 3 deel uitmakende algemene bepalingen) de volgende garantie:
“De correctie interpretatie van meetdata welke afkomstig is uit de gecertificeerde meetinstallatie worden door IMS gegarandeerd.”
2.6
Begin mei 2006 heeft Pontus een nieuwe oven in gebruik genomen. De netbeheerder heeft toen het primaire deel van de meetinstallatie vervangen en heeft daarin nieuwe stroom- en spanningsformatoren geplaatst. Daardoor is de omzetverhouding van de elektriciteitsinstallatie van Pontus – aan de hand waarvan haar daadwerkelijke energieverbruik wordt bepaald – veranderd en bepaald op 2000 in plaats van 200. De netbeheerder heeft dit niet doorgegeven aan Pontus of aan Imtech, die bij haar metingen de eerder geldende omzetverhouding van 200 is blijven toepassen. Door het blijven hanteren van de oude omzetverhouding bedroeg het gemeten verbruik één tiende deel van het werkelijke gebruik van Pontus.
2.7
Bij brief van 18 november 2011 heeft Imtech aan Pontus het volgende bericht:

Uit onderzoek is gebleken dat over de periode van mei 2006 tot november 2011 de hoeveelheid gemeten energie vermenigvuldigd is met een onjuiste omzetverhouding, namelijk 200(1000/5) in plaats van 2000(100/5 maal 10000/100).
Dit wordt binnenkort gecorrigeerd door uw leverancier en/of netbeheerder.”
2.8
Dit heeft geleid tot een aan Pontus opgelegde naheffing van de netbeheerder en de energieleverancier van in totaal € 175.163,95 over de jaren 2010 en 2011.

3.Het geschil

3.1
Pontus vordert dat bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis Imtech hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van € 281.683,44, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 april 2014 en met veroordeling in de proceskosten, inclusief de nakosten.
3.2
Pontus stelt dat Imtech toerekenbaar is tekortgeschoten bij de uitvoering van de overeenkomst door een meetfout te maken die tot schade heeft geleid bij Pontus, omdat Pontus daardoor te lage prijzen heeft berekend aan haar afnemers. Het gevorderde bedrag bestaat uit:
- € 260.302 aan schade, zoals berekend in het door de door Pontus ingeschakelde deskundige;
- € 18.403,93 aan wettelijke rente per 1 april 2014;
- € 3.076,51 aan buitengerechtelijke kosten.
3.3
Imtech c.s. voeren gemotiveerd verweer.

4.De beoordeling

4.1
Niet in geschil is dat de netbeheerder de omzetverhouding heeft gewijzigd in mei 2006 en deze wijziging van de omzetverhouding had moeten doorgeven aan Imtech. Vaststaat dat de netbeheerder dat niet heeft gedaan en dat Imtech bij haar metingen de daarvoor geldende omzetverhouding is blijven hanteren. Niet in geschil is dat Imtech de tellerstanden van Pontus goed heeft uitgemeten en deze met de oude omzetverhouding heeft vermenigvuldigd.
4.2
Kern van het geschil is of Imtech toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door de voor mei 2006 geldende omzetverhoudingen te blijven hanteren. Dit is volgens Pontus het geval, nu vaststaat dat het gemeten elektriciteitsverbruik lager is dan het werkelijke elektriciteitsverbruik, terwijl Imtech de correctie interpretatie van meetdata afkomstig uit de meetinstallatie van Pontus heeft gegarandeerd (zie r.o. 2.5). De rechtbank volgt Pontus niet in dit betoog en overweegt daartoe als volgt.
4.3
Bij uitleg van de garantiebepaling is niet alleen de zuiver taalkundige betekenis van de daarin gekozen bewoordingen van belang, maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. In dat verband acht de rechtbank de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling tussen de bij de meting van het elektriciteitsverbruik van Pontus betrokken actoren van belang (zie ook het schema in r.o. 2.4). Daarbij is relevant dat de omzetverhouding wordt bepaald door de verhouding van de spannings- en stroomtransformatoren die zich bevinden in het deel van de meetinstallatie van Pontus dat in eigendom toebehoort aan en wordt beheerd door de netbeheerder. Voor Imtech is de omzetverhouding één van de factoren aan de hand waarvan zij het elektriciteitsverbruik van een klant meet en vervolgens doorgeeft. Zij kan de hoogte van de omzetverhouding niet bepalen of op enige wijze beïnvloeden en draagt ook geen enkele verantwoordelijkheid voor (het bepalen van) de juistheid van de omzetverhouding. De bepaling (van de juistheid) van de omzetverhouding is de verantwoordelijkheid van de netbeheerder, die dit gegeven dient door te geven aan (onder meer) het meetbedrijf. Nu Imtech op geen enkele manier verantwoordelijk is voor (de juistheid van) de bepaling van de omzetverhouding, kan de door haar gegeven garantie in redelijkheid niet worden geacht zich mede uit te strekken over de wijze waarop de omzetverhouding moet worden gehanteerd, als de netbeheerder de omzetverhouding bepaalt en deze niet aan haar heeft doorgegeven. Pontus kon daar ook in redelijkheid niet van uit te gaan. Zij moet als grootverbruiker van energie, die wordt geconfronteerd met een netbeheerder en een leverancier en verplicht is een meetbedrijf in te schakelen om aan haar meetverplichtingen te voldoen, geacht op de hoogte te zijn van het gegeven dat verschillende actoren betrokken zijn bij de meting van haar elektriciteitsverbruik. Ook als Pontus niet precies op de hoogte was van de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling – zoals zij tijdens de comparitie van partijen heeft verklaard – kan zij er niet in redelijkheid van uitgaan dat Imtech een garantie afgeeft voor iets waar zij geen invloed op heeft en geen verantwoordelijkheid voor draagt. Bij het voorgaande neemt de rechtbank nog in aanmerking dat Imtech – zoals zij heeft benadrukt en Pontus niet heeft weersproken – op grond van de overeenkomst het elektriciteitsverbruik meet en doorgeeft, maar het niet bijhoudt – en dus ook niet zonder meer zicht heeft op ontwikkelingen en fluctuaties daarin en dat ook niet hoeft te hebben.
4.4
Pontus’ beroep op de garantiebepaling faalt dus. Dat neemt niet weg dat van een toerekenbaar tekortschieten sprake kan zijn als Imtech bij de uitvoering van haar werkzaamheden niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen. Van Imtech kan in dit verband worden verwacht dat zij adequaat optreedt als zij merkt dat de door haar gehanteerde omzetverhouding (mogelijk) niet juist is. Dat heeft zij gedaan. De rechtbank licht dat hierna toe.
4.5
Pontus zelf, die zich volgens haar eigen verklaring in 2006 tot haar elektriciteitsleverancier heeft gewend omdat zij het idee had dat de facturen niet klopte, heeft verklaard dat zij wist dat de elektriciteitsrekening toen niet klopte, zij het dat ze niet wist dat het om een factor tien ging en de oorzaak ook niet kende. Daarmee is niet gezegd dat Imtech ook wist of had moeten weten dat zij – ten onrechte – de oude omzetverhouding hanteerde. Ook hier is van belang dat Imtech grond van de overeenkomst het elektriciteitsverbruik van Pontus meet en doorgeeft, maar het niet bijhoudt – en dus ook niet zonder meer zicht heeft op ontwikkelingen en fluctuaties daarin en dat ook niet hoeft te hebben. Daarnaast blijkt niet dat Imtech zicht had op het precieze bedrijfsproces van Pontus en eventuele ontwikkelingen daarin die van invloed kunnen zijn op het (gemeten) elektriciteitsverbruik van Pontus. De overeenkomst vergde dat ook niet van haar. Met andere woorden: Imtech had niet zonder meer zicht op (ontwikkelingen in) het elektriciteitsverbruik van Pontus en hoefde dat ook niet te hebben. Mede gezien wat Imtech kon en moest weten, zijn er geen aanknopingspunten om te oordelen dat zij eerder dan eind 2011 had kunnen en moeten weten dat de door haar doorgegeven metingen niet juist waren omdat zij nog steeds de oude omzetverhouding hanteerde. Net zo min als dat voor Pontus duidelijk was, had het Imtech duidelijk kunnen en moeten zijn dat de door haar gehanteerde omzetverhouding niet (meer) klopte.
4.6
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Imtech niet jegens Pontus toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Reeds hierom is zij niet schadeplichtig jegens Pontus. De rechtbank komt niet toe aan bespreking van de overige geschilpunten, zoals de vraag of Pontus tijdig heeft geklaagd, het beroep van Imtech op de ALIB’92, de vraag of Pontus – die niet voor de hele periode een naheffing heeft ontvangen – per saldo schade heeft geleden en de vraag naar de juistheid van de door haar in het geding gebrachte berekeningen.
4.7
De vordering wordt afgewezen, met veroordeling van Pontus in de proceskosten van Imtech, die tot aan deze uitspraak worden begroot op € 7.829, te weten € 3.829 aan griffierecht en € 4.000 aan advocatenkosten (2 punten tarief VI).
4.8
Voor de door Imtech gevorderde veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de proceskostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116).

5.De beslissing

5.1
wijst de vordering af;
5.2
veroordeelt Pontus in de proceskosten van Imtech, die tot aan deze uitspraak worden begroot op € 7.829;
5.3
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Alwin en in het openbaar uitgesproken op 1 april 2015.