De vader voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken, en verzoekt de verzoeken van de vrouw af te wijzen. Voorts verzoekt de vader zelfstandig:
primair:
- te bepalen dat de vader met het eenhoofdig gezag over de minderjarigen
wordt belast;
- te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vader zal
zijn;
en bij afwijzing van vorenstaande verzoeken:
- een zorgregeling vast te stellen waarbij de minderjarigen bij de vader zijn:
iedere week van woensdag uit school tot vrijdag naar school alsmede om de
week het weekend van vrijdag uit school tot maandag naar school;
- de helft van de schoolvakanties en margedagen van school, waarvan drie
weken aaneengesloten in de zomervakantie, waarbij de verdeling aansluit
op of aan het reguliere zorg- en opvoedingsweekend;
- de helft van de algemene feestdagen, waarvan in ieder geval met
Sinterklaas, Kerstmis, Pasen in de oneven jaren op de eerste feestdag en
Oud en Nieuw per jaar afgewisseld;
- bijzondere gelegenheden zoals de verjaardagen van de minderjarigen (bij
toerbeurt) te beginnen in 2015 bij de man, Vaderdag en de verjaardag van
de man;
- althans een zorgregeling vast te stellen die de rechtbank redelijk acht
waarbij het halen en brengen tussen de ouders bij helfte wordt gedeeld,
- vaststelling van een informatie- en consultatieregeling waarbij de vader bij
iedere zich daarvoor lenende relevante gelegenheid die zich voordoet op
deugdelijke wijze wordt geconsulteerd door de moeder en de vader
maandelijks door de moeder op deugdelijke wijze per e-mail, brief, sms,
whatsapp of anderszins schriftelijk wordt geïnformeerd over de (sociale)
ontwikkelingen, activiteiten, gezondheid en medische zaken van de
minderjarigen, met bepaling dat de vader binnen twee weken na de datum van de te wijzen beschikking voor het eerst wordt geïnformeerd, althans een regeling die de rechtbank juist acht, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-- voor iedere keer nadat de moeder, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om aan de in deze te wijzen beschikking te voldoen, een en ander zonder maximum vast te stellen,
een en ander met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
subsidiair:
- te bepalen dat de vrouw een dwangsom van € 5.000,-- verbeurt
voor iedere keer dat zij, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in
gebreke blijft om aan de in de te wijzen beschikking vast te leggen
zorgregeling te voldoen, een en ander zonder maximum vast te stellen,
uitvoerbaar bij voorraad;
- te bepalen dat de man de in deze te wijzen beschikking vast te leggen
zorgregeling ten uitvoer mag leggen met behulp van de sterke arm, nadat de
vrouw, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om
aan de in deze te wijzen beschikking te voldoen, uitvoerbaar bij voorraad;
een en ander met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Feiten