ECLI:NL:RBDHA:2015:4647
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de motivering van de maatregel van vreemdelingenbewaring en schadevergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 april 2015, met zaaknummer AWB 15/7747, werd de maatregel van vreemdelingenbewaring van eiser beoordeeld. Eiser was op 24 maart 2015 in vreemdelingenbewaring gesteld door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet deugdelijk had gemotiveerd waarom geen lichter middel van toezicht dan vreemdelingenbewaring werd toegepast. De rechtbank stelde vast dat de maatregel van bewaring niet voldeed aan de vereisten van een deugdelijke motivering, zoals eerder benadrukt door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 10 april 2015. De rechtbank oordeelde dat het motiveringsgebrek niet achteraf kon worden hersteld, gezien het ingrijpende karakter van de maatregel voor de vreemdeling. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, beval de onmiddellijke opheffing van de maatregel van bewaring en kende eiser een schadevergoeding toe van € 2.370,-. Daarnaast veroordeelde de rechtbank verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 980,-, te betalen aan de gemachtigde van eiser. De uitspraak werd gedaan door rechter B. van Velzen, in aanwezigheid van griffier J.P. Brand.