Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A],
1.De procedure
- het vonnis van 1 juli 2014 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van mr. Cornelissen van 2 juli 2014, met bijlagen, aan de deskundigen;
- de brief van mr. Franssen van 3 juli 2014, met bijlagen, aan de deskundigen;
- het concept deskundigenrapport;
- de brief van mr. Franssen van 17 november 2014, met bijlagen, aan de
- de brief van de deskundigen van 19 november 2014 aan partijen;
- de brief van mr. Cornelissen van 2 december 2014, met bijlagen, aan de
- de brief van de deskundigen van 17 december 2014 aan de rechtbank;
- het definitieve deskundigenrapport van 12 januari 2015 (depotnr. 15.2);
- de beschikking van 27 januari 2015, waarbij pleidooi is bepaald op 24 maart 2015;
- de brief van mr. Franssen van 3 maart 2015, met bijlagen, aan de deskundigen;
- de brief van mr. Cornelissen van 9 maart 2015, met bijlagen, aan de deskundigen;
- de pleitaantekeningen van mr. Franssen;
- de pleitaantekeningen van mr. Cornelissen;
- de e-mail van de deskundigen van 26 maart 2015, met bijlage, aan mr. Franssen.
2.De verdere beoordeling
- een gedeelte ter grootte van 00.95.30 hectare van het perceel kadastraal bekend gemeente [woonplaats], [sectie], [nummer], in totaal groot 01.18.68 hectare ([grondplannummer 1]);
- een gedeelte ter grootte van 00.22.25 hectare van het perceel kadastraal bekend gemeente [woonplaats], [sectie], [nummer], in totaal groot 01.95.20 hectare ([grondplannummer 2]);
- een gedeelte ter grootte van 00.23.70 hectare van het perceel kadastraal bekend gemeente [woonplaats], [sectie], [nummer], in totaal groot 01.98.80 hectare ([grondplannummer 3]).
€ nihil
€ 95.491,00. De rechtbank neemt het oordeel van de deskundigen over en maakt dit tot het hare.
€ 6.500,00. [A] c.s. stelt dat deze vergoeding niet toereikend is omdat het opstellen van een bedrijfsplan voor het verkrijgen van een financiering bij de bank hogere kosten met zich meebrengt dan de vergoeding die door de deskundigen wordt geadviseerd.
€ 3.300,00. De provincie voert aan dat voor vergoeding van deze schade geen aanleiding bestaat, nu op de peildatum door de provincie aangeboden nabijgelegen gronden beschikbaar waren en nog steeds zijn. Het aanbod van deze gronden is door [A] c.s. niet aanvaard. [A] c.s. stelt zich op het standpunt dat de door deskundigen begrote omrijschade te laag is.
€ 11.800,00 + € 6.215,00).
€ 1.519,00