ECLI:NL:RBDHA:2015:4259
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2015 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die in een eerdere procedure betrokken was, stelde dat de gewraakte rechter, mr. J.L.E. Bakels, partijdig was omdat zij eerder had geoordeeld in een zaak die verband hield met dezelfde documenten. De wrakingskamer oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de rechter eerder in een vergelijkbare zaak had geoordeeld, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van partijdigheid of een schijn van partijdigheid. De wrakingskamer benadrukte dat rechters in staat zijn om in elke zaak een onbevangen oordeel te geven, ongeacht eerdere uitspraken over vergelijkbare rechtsvragen. Verzoeker had geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die de vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.