ECLI:NL:RBDHA:2015:2941

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 maart 2015
Publicatiedatum
17 maart 2015
Zaaknummer
C-09-482696 KG ZA 15 184
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over franchiseovereenkomst en niet-ontvankelijkheid van eiseres

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een franchiseovereenkomst, heeft eiseres [A] een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap Impulsus, Support & Facilities B.V. (hierna: IS&F). De vorderingen van [A] zijn gericht op het verkrijgen van toegang tot het geautomatiseerde systeem en het ontvangen van support en faciliteiten die IS&F zich heeft verplicht te leveren. De achtergrond van het geschil ligt in een conflict over een kortingspercentage dat door de franchisegever IPQ&R aan een belangrijke opdrachtgever van [A] is verleend, wat heeft geleid tot een beperking van de dienstverlening aan [A]. Hierdoor heeft [A] besloten om haar betalingen aan IS&F te verminderen, wat IS&F als wanprestatie beschouwt. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [A] niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat IS&F geen partij is bij de franchiseovereenkomst. De rechter heeft vastgesteld dat de verplichtingen van IS&F voortvloeien uit een delegatie van IPQ&R, maar dat dit niet betekent dat IS&F de contractuele wederpartij van [A] is geworden. De vorderingen van [A] zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten. In reconventie heeft IS&F ook een vordering ingesteld, maar deze is eveneens afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/482696 / KG ZA 15-184
Vonnis in kort geding van 11 maart 2015
in de zaak van
[A],
wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. C.W. Reintjes te Duiven,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPULSUS, SUPPORT & FACILITIES B.V.,
gevestigd te Leiden,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.H. Kolenbrander te Leiden.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als '[A]' en 'IS&F'.

1.De feiten in conventie en in reconventie

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 27 februari 2015 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1.
[A] houdt zich bezig met het trainen en coachen van mensen in bewust, efficiënt en resultaatgericht werken.
1.2.
Impulsus Personal Quality & Results B.V. te Leiden (hierna 'IPQ&R') biedt diverse soorten trainingen aan en gebruikt daarvoor de methodiek "CiEP". Voorts exploiteert zij een franchisesysteem, waarbij franchisenemers - kort gezegd - in staat worden gesteld de door IPQ&R aangeboden trainingen aan hun eigen klanten aan te bieden.
1.3.
Op 8 juli 2005 is tussen IPQ&R en [A] een franchiseovereenkomst voor de duur van vijf jaar gesloten. Voor zover hier van belang houdt deze het volgende in:
"in aanmerking nemende:
- dat de franchisegever een succesvol franchisesysteem ontwikkeld heeft voor het trainen en on-the-job coachen van mensen vnl. in een kantooromgeving ter verbetering van hun persoonlijke organisatie, efficiency en effectiviteit in de ruimste zin van het woord;
hierna te noemen: het Franchisesysteem,
- dat dit Franchisesysteem gekenmerkt wordt door de volgende eigenschappen:
a. het gebruik van het merk "CiEP" ofwel "Coaching in Efficiency Program",
b. het gebruik van het logo van CiEP en het logo van Impulsus, uitgevoerd op de wijze als in Bijlage 1 aangegeven,
c. het gebruik van "Impulsus Personal Quality & Results" als handelsnaam,
(…)
e. het gebruik van de specifiek voor CiEP ontwikkelde werkwijze t.w.
- Theoretische groepssessies en groepsgesprekken gericht op het bewust maken van deelnemers van hun 'automatische piloot' in werken en de mogelijkheid van CiEP om 'bewust' te werken. Deelnemers worden bewust gemaakt van werkgewoontes en werksystemen die ten grondslag liggen aan CiEP en worden getraind en on-the-job gecoacht in het toepassen van de grondregels die horen bij werken volgens CiEP.
(…)
f. het gebruik van de in het Impulsus Kwaliteitssysteem omschreven procedures, bijlagen, documenten, werkinstructies en achterliggende informatie. Dit Impulsus Kwaliteitssysteem maakt deel uit van deze overeenkomst en is als Bijlage II aan deze overeenkomst gehecht;
g. het gebruik van de in het Impulsus kwaliteitssysteem omschreven trainingsmaterialen, zowel ten behoeve van de trainer/coach, als ten behoeve van de deelnemer;
h. het gebruik van de ten behoeve van de franchiseorganisatie ontwikkelde computer soft- en hardware, promotiematerialen en overige hulpmiddelen in de ruimste zin van het woord;
(…)
j. het gebruik van de overige CiEP-programma’s en het CiEP ManagementSystem.
- dat de franchisegever aanzienlijke bedragen heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van dit Franchisesysteem, dat een speciale knowhow vertegenwoordigt, in trainingsmateriaal, incoachingsmethodiek, in publiciteit, reclame en verkoopbevordering ten behoeve van het imago vanCiEP en van Impulsus bij haar klanten en doelgroep;
- dat de franchisenemer van (de voordelen van) genoemd Franchisesysteem en de daarmee samenhangende diensten van de franchisegever gebruik wil maken;
- dat de franchisegever bereid en in staat is de franchisenemer waardevolle adviezen te verstrekken en waardevolle diensten te verlenen, geschikt om te geraken tot een succesvolle uniforme exploitatie van het voornoemde Franchisesysteem;
komen overeen als volgt:
(…)
Artikel 3 -HET RECHT VAN DE FRANCHISENEMER OM HET FRANCHISESYSTEEM, DEHANDELSNAAM, LOGO’S, ENZ. TE GEBRUIKEN
Met inachtneming van de voorwaarden en bepalingen, zoals in deze overeenkomst geregeld, verleent de franchisegever de franchisenemer hierbij het recht om het in de considerans omschreven Franchisesysteem te gebruiken en verleent toestemming tot het gebruik door de franchisenemer van de aan de franchisegever toebehorende handelsmerken, handelsnamen, logo's, reclameslagzinnen en vertrouwelijke informatie en speciale kennis, met dien verstande dat de toepassing daarvan slechts geoorloofd is in verband met het optreden als franchisenemer van het Coaching in Efficiency Program (CiEP).
(…)
Artikel 6 -DIENSTEN VERLEEND DOOR FRANCHISEGEVER
1. De franchisegever zal aan de franchisenemer de volgende diensten verlenen:
a. alle diensten, die voortvloeien uit het Impulsus Kwaliteitssysteem;
b. het geven van adviezen en coaching met betrekking tot persoonlijke ontwikkeling en persoonlijke presentatie van de franchisenemer;
c. het geven van adviezen en coaching met betrekking tot de exploitatie, in het bijzonder aangaande acquisitie, prijsstelling, organisatie, administratie, etc.;
d. het adviseren in aangelegenheden van verkoopbevordering, public relations en reclame en het in samenwerking met de franchisenemer en andere franchisenemers voeren van gezamenlijke reclamecampagnes, door middel van brochures, advertenties, mailings, presentaties etc.;
e. het verzorgen van training en opleiding van de franchisenemer;
f. het verzorgen van teammeetings ter bevordering van onderlinge contacten en uitwisseling.
g. De franchisegever zal zich beijveren het bij deze overeenkomst in franchise gegeven Franchisesysteem verder te ontwikkelen.
(…)
Artikel 17-GELDELIJKE VERGOEDINGEN
1. Als vergoeding voor de aan de franchisenemer bij deze overeenkomst toegekende rechten en toegezegde prestaties zal de franchisenemer aan de franchisegever betalen:
(…)
b. per kwartaal een automatiseringsfee van € 467,50 excl. BTW, voor het in bruikleen hebben van computerapparatuur, software en gebruik van het netwerk, betaalbaar vanaf het vierde kwartaal na ondertekening van de franchiseovereenkomst, per kwartaal, achteraf. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd.
c. maandelijks, achteraf, een franchisevergoeding ter grootte van 20% van de netto omzet in de desbetreffende maand van de bij eigen klanten gegenereerde omzet in de desbetreffende maand, exclusief BTW.
d. maandelijks, achteraf, een 'supportfee' terzake van de in Artikel 6 bedoelde activiteiten ad 10% van de netto omzet in de desbetreffende maand, exclusief BTW. Indien er geen eigen omzet gegenereerd wordt bedraagt de supportfee € 678,-- excl. BTW per kwartaal (oftewel€ 2.712-- excl. BTW per jaar). De supportfee bedraagt maximaal € 13.609,-- excl. BTW per jaar. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd."
1.4.
In een - door IPQ&R en [A] ondertekende - "Allonge Franchisecontract" is onder meer het volgende vastgelegd:
"Franchisenemer verklaart zich akkoord met de per 1 juni 2006 in het franchisecontract als volgt doorgevoerde wijzigingen:
Artikel 6 - Diensten verleend door franchisegever
1 De franchisegever heeft het beschikbaar maken van ondersteunende diensten ten bate van de franchisenemers gedelegeerd aan haar werkmaatschappij Impulsus Support & Facilitiesvoorzieningenrechter: IS&F)
, welke de volgende diensten zal verlenen:
a. het onderhouden, ontwikkelen en uitvoeren van het Impulsus Kwaliteitssysteem
b. het beheren en ontwikkelen van de Impulsus automatisering
c. het beheren en onderhouden van kantoor- en vergaderfaciliteiten
d. het onderhouden en beschikbaar maken van trainingsmaterialen
e. het voorbereiden en inkopen van drukwerk, promotiematerialen, marketingactiviteiten en overige middelen
f. het geven van adviezen en coaching m.b.t. persoonlijke ontwikkeling, persoonlijke presentatie, exploitatie, acquisitie, prijsstelling, marketing, planning, etc. tot een maximum van 15 minuten per week per franchisenemer
g.het opleiden en begeleiden van nieuwe franchisenemers gedurende het eerste jaar
h. het organiseren van 2 interne opleidingsdagen (verplicht) per jaar voor franchisenemers vanaf het tweede jaar
i. het organiseren van maandelijkse teambijeenkomsten
j. het faciliteren van de interne markt
k. controle op nakoming van afspraken en instructies door franchisenemers
l. arbitrage en het oplossen van problemen tussen franchisenemers
m. het overdraagbaar en toegankelijk maken van nieuwe ontwikkelingen
2. De franchisegever zal zich via haar werkmaatschappij Impulsus Support & Facilities beijveren om tegen betaling van kostprijs plus 10% diensten aan te bieden die het succesvol functioneren van de franchisenemer bevorderen, gemakkelijk maken en die tot kostenbesparing dan wel verhoging van opbrengst voor de franchisenemer leiden.
3. De franchisegever zal zich beijveren het bij deze overeenkomst in franchise gegeven franchisesysteem verder te ontwikkelen.
Artikel 17 lid d:
d. maandelijks, achteraf een 'supportfee' ter zake van de in Artikel 6 bedoelde activiteiten ad 16% van de netto omzet in de desbetreffende maand, exclusief BTW.
De supportfee van 16% wordt geheven over de eerste € 139.500,-- extern gefactureerde omzet excl. BTW per kalenderjaar. Over de per kalenderjaar extern gefactureerde omzet boven € 139.500,-- wordt een supportfee van 6% in rekening gebracht.
Indien er in een kwartaal geen eigen omzet gegenereerd is, bedraagt de supportfee minimaal € 695,-- excl. BTW per kwartaal. De minimum supportfee wordt per kwartaal, achteraf, in rekening gebracht.
De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd.
3. De franchisenemer verklaart zich bereid om aan de franchisegever volmacht te verlenen om de geldelijke vergoedingen automatisch te incasseren en te zorgen voor voldoende saldo op de daartoe door de franchisenemer aangewezen rekening."
1.5.
De facturen ter zake van de door [A] verschuldigde supportfee zijn na de totstandkoming van de allonge verzonden door IS&F en de daarmee gemoeide bedragen zijn - voor zover betaald - ook door haar in ontvangst genomen.
1.6.
Op 8 juli 2010 is de franchiseovereenkomst verlengd met een periode van vijf jaar.
1.7.
In het kader van de uitvoering van franchiseovereenkomsten zoals de onderhavige is, vanaf 2012 het gebruik van "CiEP-online", als vervanging voor de daarvóór gebruikte deelnemersadministratie ("Commence"), verplicht gesteld.
1.8.
Bij brief van 27 november 2013 heeft IPQ&R het volgende bericht aan [A]:
"Op 4 juni11. hebben wij u overeenkomstig artikel 21 lid 1 gesommeerd en in gebreke gesteld om de in deze ingebrekestelling vermelde verplichtingen binnen dertig dagen na te komen. Wij hebben moeten constateren dat u daaraan niet heeft voldaan, hetgeen betekent dat u aldus in verzuim bent.
Heden hebben wij geconstateerd dat u bovendien achterstand hebt in betalingen bij de Franchisegever ter hoogte van € 6.164,16 en bij Support & Facilities € 14.719,56. Totaal € 20.883,81 inclusief BTW, waarbij de oudste factuur van 30-04-2013 is.
Wij constateren tevens dat u de automatische incasso inzake automatiseringsfee en materialen heeft teruggedraaid en ook de facturen daarover niet terstond hebt betaald. Wij stellen u terzake in gebreke conform de allonge franchiseovereenkomst van 1 juni 2006, artikel 17 punt 3, waarin overeengekomen aan de franchisegever volmacht te verlenen om de geldelijke vergoedingen automatisch te incasseren en te zorgen voor voldoende saldo op de daartoe door de franchisenemer aangewezen rekening.
Indien u niet uiterlijk binnen 24 uur na dagtekening van deze brief alsnog tot volledige betaling van de openstaande facturen bent overgegaan, zullen wij ons genoodzaakt zien om direct rechtsmaatregelen tegen u te treffen en de franchiseovereenkomst te beëindigen."
1.9.
Vanaf maart 2014 heeft [A] niet meer de volledige - overeengekomen - 'supportfee' voldaan.
1.10.
Op 4 februari 2015 is aan [A] te kennen gegeven dat - uit hoofde van de franchiseovereenkomst - enkel nog goederen en diensten aan haar zullen worden geleverd nadat deze bij vooruitbetaling zijn voldaan.

2.Het geschil

In conventie
2.1.
[A] vordert - zakelijk weergegeven - IS&F, op straffe van verbeurte van een dwangsom, te veroordelen om binnen 24 uur na de betekening van het te wijzen vonnis:
I. haar ([A]) onbeperkt toegang te verschaffen tot het geautomatiseerde systeem (Commence en CiEP-online) en de daarin opgenomen bestanden;
II. haar ([A]) alle support en/of faciliteiten te leveren, waartoe IS&F zich jegens haar heeft verplicht, dan wel de (trainings)materialen te leveren die [A] nodig heeft voor het uitvoeren van haar werkzaamheden;
III. zich te onthouden van elk handelen dat leidt tot het verstoren van de door [A] te verrichten werkzaamheden;
een en ander met veroordeling van IS&F in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
2.2.
Samengevat voert [A] daartoe het volgende aan.
In het kader van de uitvoering van de franchiseovereenkomst is op een gegeven moment een geschil ontstaan over een door IPQ&R verleend kortingspercentage aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, een belangrijke en grote opdrachtgever van [A]. Hangende dat conflict is vervolgens in c.q. vanaf juni 2013 de dienstverlening aan [A] (steeds verder) ingeperkt. Zo werd zij onder meer geweerd van alle bijeenkomsten en mocht zij niet meer deelnemen aan georganiseerde evenementen en trainingsdagen. Sedertdien werd aan haar nauwelijks nog support verleend. In verband hiermee heeft [A] - bij wijze van verrekening met de door haar geleden schade als gevolg van die tekortkoming - besloten om vanaf maart 2014 enkel nog te betalen voor de wel door haar ontvangen support. Dit kwam neer op 25% van het totale pakket aan dienstverlening waarop zij recht heeft en waarvoor zij de succesfee verschuldigd is. Zodra alle - overeengekomen - support weer zou worden verleend, zou [A] overgaan tot hervatting van de betaling van de volledige supportfee. Daar kwam nog bij dat [A] vanaf begin februari - anders dan voorheen - het benodigde trainingsmateriaal pas ontvangt nadat zij daarvoor heeft betaald, alsmede dat [A] en de deelnemers aan haar trainingen geen gebruik meer kunnen maken van het geautomatiseerde systeem van IPQ&R. Als gevolg van een en ander is [A] niet langer in staat haar werkzaamheden als trainer/coach naar behoren uit te oefenen. Daarmee is sprake van wanprestatie, dan wel onrechtmatig handelen van IS&F jegens [A].
2.3.
IS&F heeft de vorderingen van [A] gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig zal haar verweer hierna worden besproken.
In reconventie
2.4.
IS&F vordert, zakelijk weergegeven:
I.
voorwaardelijk, voor zover één of meer van de vorderingen van [A] in conventie wordt/worden toegewezen:
- aan de veroordeling in conventie de uitdrukkelijke voorwaarde te verbinden dat IS&F enkel gehouden is om goederen en diensten te leveren, voor zover [A] de vergoeding daarvan bij vooruitbetaling heeft voldaan;
II.
onvoorwaardelijk:
- [A] te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 45.000,-- (exclusief BTW), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
een en ander (telkens) met veroordeling van [A] in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
2.5.
Verkort weergegeven voert IS&F daartoe het volgende aan.
Vanaf maart 2014 voldoet [A] geheel ten onrechte niet meer aan haar betalingsverplichtingen voor wat betreft de verschuldigde supportfee. Gelet hierop en op de als gevolg daarvan ontstane achterstand dient [A] - indien in conventie wordt beslist dat de levering van goederen en diensten aan haar moet worden gecontinueerd - te worden veroordeeld om die support bij vooruitbetaling te voldoen.
De totale achterstand in de betalingen van [A] aan IS&F beloopt inmiddels een bedrag van € 63.235,70 (inclusief BTW). Daarop dient [A] - bij wijze van voorschot - thans reeds een bedrag van € 45.000,-- (exclusief BTW) te voldoen.
2.6.
[A] voert gemotiveerd verweer, dat - voor zover nodig - hierna zal worden besproken.

3.De beoordeling van het geschil

In conventie
3.1.
Met betrekking tot de hiervoor onder 2.1 sub I en II vermelde vorderingen van [A] heeft IS&F zich beroepen op de niet-ontvankelijkheid van [A], aangezien die vorderingen strekken tot nakoming van de franchiseovereenkomst en zij daarbij, noch bij de onder 1.4 vermelde allonge, (contracts)partij is. De voorzieningenrechter overweegt daarover het volgende.
3.2.
Niet ter discussie staat dat IS&F geen partij is bij de (oorspronkelijke) franchiseovereenkomst van 8 juli 2005. In de 'allonge' zijn IPQ&R (als franchisegever) en [A] (als franchisenemer) overeengekomen dat IPQ&R haar in artikel 6 lid 1 van de franchiseovereenkomst neergelegde verplichtingen jegens [A] heeft
gedelegeerdaan haar werkmaatschappij IS&F. 'Delegatie' brengt echter niet mee dat IS&F voor wat betreft die verplichtingen de contractuele wederpartij van [A] is geworden. Dat was en blijft (alleen) IPQ&R, als franchisegever. Dit volgt ook min of meer uit lid 2 van het gewijzigde artikel 6 van de franchiseovereenkomst, zoals opgenomen in de allonge. Daarin verplicht immers uitsluitend IPQ&R zich te beijveren diensten aan te bieden die het succesvol functioneren van [A] bevorderen, eenvoudig maken en leiden tot kostenbesparing dan wel opbrengstverhoging. Die verplichting rust - blijkens de tekst van de bepaling - niet (ook) op IS&F, die daarvoor door IPQ&R enkel als hulppersoon wordt ingeschakeld. IPQ&R heeft [A] - blijkens de onder 1.8. vermelde brief van 27 november 2013 - ook in gebreke gesteld ter zake van de betalingsachterstand en niet IS&F. Het voorgaande betekent dat [A] niet kan worden gevolgd in haar stelling dat het - middels de allonge - gewijzigde artikel 6 lid 1 van de franchiseovereenkomst moet worden aangemerkt als een 'derdenbeding' (in de zin van artikel 6:253 en volgende van het Burgerlijk Wetboek). Te minder nu van een derdenbeding slechts sprake kan zijn in geval van een beding
ten behoeve vaneen derde (in casu: IS&F), terwijl het bepaalde in het gewijzigde lid 1 van artikel 6 - in de visie van [A] - uitsluitend een verplichting
ten laste vanIS&F bevat.
3.3.
De onderhavige vorderingen (sub I en II) van [A] strekken tot nakoming van het bepaalde in het gewijzigde artikel 6 lid 1 van de franchiseovereenkomst. Uit het voorgaande volgt dat een dergelijke vordering moet worden ingesteld tegen IPQ&R en niet tegen IS&F, zoals [A] heeft gedaan. Dit betekent dat [A] niet-ontvankelijk zal worden verklaard in die vorderingen. Daaraan doet niet af dat tussen IPQ&R en [A] klaarblijkelijk is afgesproken dat IS&F de aan de in voormeld artikel vermelde diensten verbonden kosten ('supportfee') zal factureren bij [A], die deze vervolgens aan IS&F zal betalen (zie ook T&C Burgerlijk Wetboek, art. 6:253, aant. 2).
3.4.
Voor zover de onder 2.1 sub III vermelde vordering van [A] is gebaseerd op wanprestatie van IS&F strandt deze reeds op het vorenstaande. Voor zover [A] de vordering grondt op onrechtmatig handelen van IS&F komt deze evenmin voor toewijzing in aanmerking. Naast hetgeen hiervoor ten aanzien van de andere vorderingen van [A] reeds is overwogen, is daarvoor van belang dat de vordering te ruim en te algemeen is geformuleerd. Concrete handelingen, waarvan IS&F zich zou moeten onthouden, ontbreken. Toewijzing van de vordering zou in ieder geval niet duidelijk maken wat nu exact van IS&F wordt verwacht, hetgeen tot executieproblemen zou kunnen leiden.
3.5.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [A] worden veroordeeld in de proces- en nakosten in conventie, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals hieronder in het dictum vermeld.
In reconventie
3.6.
De voorwaarde waaronder IS&F de onder 2.4 sub I vermelde vordering heeft ingesteld is niet ingetreden, zodat die vordering verder buiten beschouwing kan blijven.
3.7.
De onder 2.4 sub II vermelde vordering betreft een geldvordering. Volgens vaste jurisprudentie is ten aanzien daarvan in kort geding terughoudendheid geboden. Zo zal niet alleen moeten worden onderzocht of het bestaan van de vordering in kwestie voldoende aannemelijk is - wat betekent dat met een grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten moet zijn dat de bodemrechter haar zal toewijzen - maar ook of daarnaast sprake is van feiten en/of omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl in de afweging van de belangen van partijen het restitutierisico betrokken dient te worden.
3.8.
Vooropgesteld wordt dat de (geld)vordering zich niet lijkt te verhouden met het - doeltreffende - verweer van IS&F in conventie dat (alleen) IPQ&R de contractuele wederpartij van [A] is ter zake van de franchiseovereenkomst. Verder is van belang dat [A] de gegrondheid van de vordering gemotiveerd heeft weersproken. Gelet hierop kan niet met een voldoende mate van zekerheid worden aangenomen dat de bodemrechter de vordering zal toewijzen. Daarvoor is nader en grondiger onderzoek nodig, waarvoor een kort gedingprocedure zich niet leent. Bovendien heeft IS&F - mede gelet op de betwisting van [A] - haar stelling dat zij een (voldoende) spoedeisend belang heeft bij de vordering niet voldoende onderbouwd. Aan de hand van de enkele - niet nader met stukken onderbouwde - brief van haar accountant, kan in ieder geval niet worden aangenomen dat het onbetaald laten van de supportfee door [A] grote consequenties heeft voor de continuïteit van IS&F en haar vermogen om aan haar betalingsverplichtingen jegens derden te voldoen. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
3.9.
IS&F zal - als de in het ongelijk gestelde partij - worden veroordeeld in de proces- en nakosten in reconventie. Nu de reconventionele vordering niet beduidend afwijkt van hetgeen in conventie aan de orde is gekomen, zullen de proceskosten - volgens vast beleid - worden begroot op nihil.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In conventie
- verklaart [A] niet-ontvankelijk in haar vorderingen sub I en II;
- wijst de vordering sub III van [A] af;
- veroordeelt [A] in de proceskosten, tot op dit vonnis aan de zijde van IS&F begroot op € 1.429,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 613,-- aan griffierecht;
- veroordeelt [A] tevens in de nakosten, forfaitair begroot op € 131,-- aan salaris advocaat;
- bepaalt dat - indien niet binnen veertien dagen na het uitspreken van dit vonnis aan voormelde kostenveroordelingen is voldaan - daarover de wettelijke rente verschuldigd is;
- bepaalt dat - indien en voor zover [A] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden door IS&F aan [A] is betekend - de nakosten worden vermeerderd met een bedrag van € 68,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving, alsmede met de explootkosten van de betekening van het vonnis;
- verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie
- wijst het door IS&F gevorderde af;
- veroordeelt IS&F in de proceskosten, tot op dit vonnis aan de zijde van [A] begroot nihil;
- veroordeelt IS&F tevens in de nakosten, forfaitair begroot op € 131,-- aan salaris advocaat;
- bepaalt dat - indien niet binnen veertien dagen na heden aan voormelde kostenveroordeling is voldaan - daarover de wettelijke rente verschuldigd is;
- bepaalt dat - indien en voor zover IS&F niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden door [A] aan IS&F is betekend - de nakosten worden vermeerderd met een bedrag van € 68,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving, alsmede met de explootkosten van de betekening van het vonnis;
- verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2015.
jvl