Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[A],
[B],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, ouders van drie minderjarige kinderen, een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden. De eisers vorderden de intrekking van Europese arrestatiebevelen (EAB's) en een verbod op de tenuitvoerlegging van kinderbeschermingsmaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen in 2011 onder toezicht zijn gesteld door de rechtbank Groningen, en dat er sindsdien verschillende juridische procedures zijn gevoerd over de uithuisplaatsing en de ondertoezichtstelling van de kinderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers misbruik van procesrecht vormen, aangezien zij op dezelfde gronden dezelfde problematiek opnieuw voorleggen, zonder nieuwe feiten of omstandigheden aan te voeren. De rechtbank heeft de vorderingen van eisers afgewezen, met inachtneming van eerdere uitspraken en het gesloten stelsel van rechtsmiddelen. De eisers zijn veroordeeld in de proceskosten van de Staat. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter op 2 februari 2015.