ECLI:NL:RBDHA:2015:2344
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om verlof voor bijwonen uitvaart in uitleveringsdetentie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 januari 2015 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiser, die zich in uitleveringsdetentie bevindt, verzocht om toestemming om de uitvaart van zijn vader in België bij te wonen. Eiser was op 25 oktober 2014 aangehouden op basis van een internationale signalering van Interpol en wordt verdacht van zware drugsmisdrijven. De officier van justitie had het verzoek om verlof afgewezen, omdat er een reëel gevaar van onttrekking aan de detentie bestond en de benodigde beveiliging in België niet kon worden gegarandeerd.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de officier van justitie in redelijkheid kon besluiten om geen toestemming te geven voor verlof zonder beveiliging of bewaking. De rechter heeft vastgesteld dat de Staat niet in staat was om de benodigde beveiliging in België te waarborgen, en dat de afwijzing van het verzoek van eiser niet in strijd was met zijn rechten onder het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Eiser had aangevoerd dat zijn recht op privéleven, vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting werd geschonden, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat deze inperkingen gerechtvaardigd waren in een democratische samenleving.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de afweging tussen de rechten van een gedetineerde en de noodzaak van beveiliging en openbare orde in het kader van uitleveringsprocedures.