Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
DE STAAT DER NEDERLANDEN(Ministerie van Financiën, de Inspecteur van de Belastingdienst midden- en kleinbedrijf, de Inspecteur van de Belastingdienst grote ondernemingen),
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF,
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST GROTE ONDERNEMINGEN,
1.De procedure
2.De feiten
fiscaal vampirisme”werd omschreven. De Belastingdienst stelt dat uit onderzoek naar voren komt dat Tradman Geerts tussen 1993 en 2006 bij de daarbij aan de orde zijnde transacties en structuren “
op substantiële wijze” heeft bijgestaan. Volgens de Belastingdienst moet het Tradman duidelijk zijn geweest dat de Belastingdienst hierdoor ernstig zou worden benadeeld en dat deze transacties en structuren geen enkel ander doel dienden dan deze benadeling. Daarnaast wist Tradman, aldus de Belastingdienst, of had zij behoren te weten dat de transacties in kwestie zouden leiden tot het faillissement van de aan Geerts verkochte kasgeldvennootschappen en heeft Tradman in zoverre te gelden als medeveroorzaker van deze faillissementen. De Belastingdienststelt verder dat de (administratieve) processen binnen Tradman erop gericht waren te verhullen welke natuurlijke personen of rechtspersonen in de belastingheffing betrokken konden worden, voor welke fiscaal relevante gebeurtenissen en voor welke bedragen. Daardoor is het de Belastingdienst onmogelijk gemaakt (tijdig) aanslagen op te leggen en/of deze (tijdig) in te vorderen en stelt de Belastingdienst dat hij enkele tientallen miljoenen euro’s aan schade heeft geleden. De Belastingdienst heeft Tradman op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gesteld voor die schade.
van de images en de gekopieerde documenten uit de dozen”van Tradman te gaan gebruiken ten behoeve van de invordering en/of belastingheffing van belastingschulden van [de gebroeders AB] en/of aan hen gelieerde rechtspersonen.
3.Het geschil
imagesheeft gebruikt zonder de daarvoor in acht te nemen waarborgen te respecteren, door na te laten gegevens aan Tradman voor te leggen die door de Belastingdienst worden aangetroffen waar Tradman in het kader van het onderzoek om is verzocht en nog niet eerder door haar aan de Belastingdienst is verstrekt en heeft nagelaten de informatie die de
imagesen de back-up bevatten uitsluitend te gebruiken ten behoeve van (i) de belastingheffing ten aanzien van beide heren Geerts en aan een van hen of beiden gerelateerde rechtspersonen en (ii) de invordering van de belastingschuld van deze rechtspersonen en heeft nagelaten de
imagesen back up na afloop van het onderzoek aan Tradman terug te geven en de Belastingdienst te gelasten binnen een termijn van tien dagen na betekening van het vonnis de waarborgen alsnog in acht te nemen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000 voor iedere dag dat gedaagden in gebreke blijven met een maximum van € 1.000.000;
4.De beoordeling
ervoor zorg te dragen dat de materieel verschuldigde en formeel vastgestelde belasting daadwerkelijk in de schatkist komt.” Zie de Memorie van Antwoord bij het wetsvoorstel Invordering van rijksbelastingen, andere dan invoerrechten en accijnzen (Invorderingswet 1989) TK 1998-1999, 20 588, nr. 6, p 2. De Ontvanger is bevoegd om in rechte op te treden in alle rechtsgedingen die voortvloeien uit deze taak. Daarbij is de Ontvanger in het in art. 3 lid 2 (oud) Iw 1990, thans artikel 4:124 Awb neergelegde “open systeem” vrij in de keuze van de middelen die hij aanwendt om belastingschulden in te vorderen; hij heeft tegenover de belastingschuldenaar privaatrechtelijke bevoegdheden van een schuldeiser en beschikt daarenboven over de bijzondere aan de Iw ontleende bevoegdheden. In de Memorie van Antwoord bij de Invorderingswet 1989 staat hierover: “
Met betrekking tot de verhouding tussen de bijzondere bevoegdheden neergelegd in dit wetsvoorstel en de algemene bevoegdheden die het burgerlijk recht toekent aan een gewone schuldeiser, merken wij op dat in een open systeem die bevoegdheden naast elkaar kunnen worden aangewend (…). Het is dus niet zo dat die bijzondere bevoegdheden prevaleren boven de algemene bevoegdheden dan wel dat de bijzondere bevoegdheden de algemene bevoegdheden uitsluiten tenzij zulks uitdrukkelijk is geregeld (…)”(TK 1998-1999, 20 588, nr. 3, p. 8). De keuzevrijheid van de Ontvanger wordt slechts begrensd door het bepaalde in de Leidraad Invordering 1990 en door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
(i) de belastingheffing ten aanzien van beide heren [de gebroeders AB] en aan één van hen of beiden gelieerde rechtspersonen”.
“(ii) de invordering van belastingschuld van deze (rechts)personen”op het eerste gezicht en strikt naar de letter gelezen wijzen op een beperking van het gebruik van de gegevens voor de invordering van belastingschulden uit hoofde van de heffing daarvan, kan deze zinsnede uit de waarborg in redelijkheid niet anders worden verstaan dan dat deze mede betrekking heeft op gebruik van de bij het derdenonderzoek verkregen gegevens bij de uitoefening van bevoegdheden door de Ontvanger als schuldeiser. De rechtbank acht daartoe het volgende redengevend.
Daarom wil Tradman waarborging jegens haar andere cliënten dat de door de Inspecteur onderzochte administratie alleen ten laste van Geerts zal worden gebruikt. Daartoe dient de inspecteur een vrijwaring af te geven dat Tradman en haar bestuurders zowel zakelijk en privé worden gevrijwaard van strafrechtelijke of bestuursrechtelijke vervolging dan wel civielrechtelijke aansprakelijkheid ten opzichte van de belastingdienst dan wel derden/cliënten. ” Zie r.o. 3.3. van het vonnis van de voorzieningenrechter, waarin het standpunt van Tradman is weergegeven in de omschrijving van het geschil.
imagesbij (het voorlopig getuigenverhoor met het oog op) een civielrechtelijke aansprakelijkstelling van Tradman op grond van onrechtmatige daad, valt dus binnen de reikwijdte van de waarborg. De rechtbank heeft voorts geen reden om te veronderstellen dat de Belastingdienst de bij het derdenonderzoek verkregen gegevens gebruikt buiten de (hiervoor aangeduide) kaders, die gelden voor de aanwending van de bevoegdheid van de Ontvanger om een vordering tot betaling van schadevergoeding in te stellen uit hoofde van onrechtmatige daad. Dit geldt evenzeer voor de daarop vooruitlopende voorlopige getuigenverhoren. Gelet op dit alles dient de vordering te worden afgewezen voor zover deze betrekking heeft op gebruik van de gegevens buiten de reikwijdte van de waarborg.
images.
imageskomt de rechtbank gezien het voorgaande niet toe.
imagesen de back up na afloop van het onderzoek terug te geven.
imageshij zou gaan gebruiken en dat met deze brief niet wordt gedoeld op andere
imagesdan die eerder zijn genoemd in de onder 2.11. bedoelde brieven daarover aan Tradman. Daarnaast heeft de Belastingdienst in zijn onder 2.16. bedoelde brief Tradman (weer) een termijn gegund om – conform de in de waarborg neergelegde procedure – de voorzieningenrechter om een oordeel te vragen over het gebruik van de
images.Tradman heeft deze termijn ongebruikt gelaten.
imagesgebruikt voor de civiele procedure dan die waarvan hij eerder kenbaar heeft gemaakt dat hij die zou gaan gebruiken. Tradman heeft bovendien (weer) geen gebruik gemaakt van de in de waarborg omschreven procedure.
imagesgaat en niet om het gebruik van de in de brief van 18 januari 2013 (zie r.o. 2.15.) genoemde dozen met stukken, laat de rechtbank deze dozen met stukken buiten beschouwing.
imagesen de back up strandt reeds op het gegeven dat de Belastingdienst onweersproken heeft gesteld dat het onderzoek nog niet is afgerond en verder te kennen heeft gegeven een en ander terug te zullen geven zodra dat kan. De rechtbank ziet geen reden om aan deze toezegging te twijfelen.