ECLI:NL:RBDHA:2015:1846
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere uitkering op grond van de Regeling Ereschuld; geen dwangsom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2015 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, een voormalig militair, en de minister van Defensie. Eiser had een aanvraag ingediend voor een bijzondere uitkering op basis van de Regeling Ereschuld, welke aanvraag door de minister was afgewezen. Eiser stelde dat hij recht had op deze uitkering omdat hij als gevolg van verwondingen, ziekte of gebrek, veroorzaakt door de uitoefening van militaire dienst tijdens oorlogsomstandigheden, een militair invaliditeitspensioen genoot. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat de dwangsomregeling in de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing was, omdat de intrekking van het eerdere besluit van de minister niet leidde tot herleving van de termijn voor de ingebrekestelling. Eiser had niet tijdig een nieuwe ingebrekestelling ingediend, waardoor de beroepsgrond faalde en de minister geen dwangsom verschuldigd was.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat eiser niet voldeed aan de specifieke voorwaarden van de Regeling Ereschuld, die alleen van toepassing is op gewezen militairen die voor 1 juli 2007 zijn ontslagen en die onder bepaalde omstandigheden invaliditeit met dienstverband hebben vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat eiser niet in aanmerking kwam voor de bijzondere uitkering, omdat hij niet was ingezet in oorlogsomstandigheden of crisisbeheersingsoperaties. De rechtbank wees het beroep af en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.