ECLI:NL:RBDHA:2015:15792
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over ongelijkheid in handhaving bestemmingsplan en rechtsgevolgen van vernietiging besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 december 2015, is de zaak behandeld tussen eisers, [eiser A] en [eiser B], en het college van burgemeester en wethouders van Noordwijkerhout. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake is van gelijke gevallen in de handhaving van het bestemmingsplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ligging en visuele uitstraling van het perceel aan de ’s-Gravendamseweg 4-6 wezenlijk verschilt van dat aan de Gieterij 21. Hierdoor kon verweerder besluiten om het illegale gebruik van het ene perceel positief te bestemmen en het andere niet. De rechtbank concludeert dat verweerder met de nadere motivering het eerder geconstateerde gebrek heeft hersteld.
De rechtbank heeft ook overwogen dat nu verweerder handhavend optreedt tegen het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het perceel aan de Smederij 2, 4 en 4a, er geen sprake meer is van ongelijke behandeling ten opzichte van de Gieterij 21. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. Dit betekent dat de eerdere beslissing van verweerder om het gebruik van de percelen te handhaven, blijft bestaan. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eisers, die zijn vastgesteld op € 1.225,--.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending. De rechtbank heeft de zaak behandeld in het kader van het bestuursrecht en omgevingsrecht, waarbij de relevante juridische termen zoals 'gelijkheidsbeginsel', 'bestemmingsplan' en 'handhaving' aan de orde zijn gekomen.