Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 februari 2015 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser,
de korpschef Nationale Politie, verweerder
Procesverloop
- met ingang van 6 april 2010 tot 5 oktober 2010 met 10%;
- met ingang van 5 oktober 2010 tot 5 april 2011 met 20%;
- met ingang van 5 april 2011 met 30%.
Overwegingen
1 oktober 1982 in vaste dienst bij de politie, nu in de rang van brigadier. Vanaf 1 april 2011 is eiser werkzaam geweest als wijkagent bij bureau Delft-Oost. Op 25 januari 2009 heeft eiser samen met een collega een verdachte, genaamd [persoon B], naar het politiebureau overgebracht. Hierbij heeft eiser volgens de op 28 januari 2009 door [persoon B] gedane aangifte van mishandeling, diens duim gebroken. Op 2 februari 2009 heeft eiser een aangifte ingediend tegen [persoon B] ter zake van het opzettelijk doen van valse aangifte en smaad. De voornoemde aangiften van [persoon B] en eiser zijn, met een oplegnotitie van eisers leidinggevende, [persoon A], (hierna: [persoon A]) via het Bureau Integriteit en Security (hierna: BIS) aan het Openbaar Ministerie gezonden.